Bureaucratie

Delen:

[Verhaal uit de praktijk van de jeugdbescherming]

Het klinkt allemaal heel spannend wat wij doen, maar ik zit toch ook veel tijd achter mijn bureau te registreren, te lezen en bergen rapporten door te werken. Hoeveel tijd ik eraan kwijt ben? Soms is het twintig à dertig procent van mijn tijd per dag, maar af en toe eerder vijftig procent.

Het is nodig om te registreren, maar soms komt er bij mijn werk zoveel bureaucratisch gedoe kijken dat ik er chagrijnig van word. De hoeveelheid tijd die we per kind hebben is minimaal. Ik denk dat ik gemiddeld zo’n zeventien kinderen zie per week. In een 32-urige werkweek is dat krap twee uur per cliënt per week. En daarin zit dan alles: alle reistijd, rapportagetijd, de gesprekken, bezoeken aan instellingen. En die tijd wordt door alle bureaucratie echt niet meer. Het kan soms zoveel eenvoudiger. Zo lees ik dagelijks stapels indicaties weg of stel ik ze bij. Op grond van die indicaties krijgen we zorg voor onze cliënten bij zorgaanbieders. In elke indicatie voor hulp moeten doelen staan, waaraan de ouder of het kind door middel van de aangevraagde hulp moet gaan werken. Denk aan het vergrote van opvoedvaardigheden of het verwerken van een traumatische gebeurtenis.

Zorgaanbieders stellen een limiet aan het aantal doelen, maar de meeste doen niet moeilijk als je eens over die limiet heen gaat. Er is één zorgaanbieder die daar zeer streng over is: maximaal vijf doelen. Hier lezen we nog wel eens overheen, waarna we de indicatie terugkrijgen met de mededeling dat er een doel uit moet. Gisteren belde Karlijn op om te overleggen. We hadden er per ongeluk een indicatie met zes doelen doorheen laten glippen en die was geweigerd door de zorgaanbieder omdat we er slechts vijf mochten opschrijven. Maar de cliënt voor wie deze indicatie bedoeld was, had toch echt zes doelen. Karlijn vroeg me welk doel er volgens mij uit moest. Dat was best lastig omdat we meerdere zorgaanspraken deden: ambulante hulp en weekendpleegzorg. Uiteindelijk hebben we twee doelen gecombineerd en er eentje van gemaakt, zodat we er in totaal op vijf uitkwamen.

Hoe stom het ook is, dit kost toch weer tijd die we eigenlijk niet hebben.

Door Caroline Karssen

Dit artikel is een verhaal uit de praktijk van de jeugdbescherming dat uit de bundel Mevrouw, mag ik bij u wonen? is gehaald. Meer lezen? Bestel het boek hier!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *