De letter doodt; de geest maakt levend!

Delen:

“Kijk niet of het mag, maar doe wat werkt.” Dat was, vrij vertaald, de boodschap van minister Plasterk. Hij informeerde de Tweede Kamer onlangs over het programma sociaal domein. Hierin zijn gemeenten en Rijk samen verantwoordelijk voor oplossingen in de transformatie van het sociaal domein. De uitdaging voor alle betrokkenen, gemeenten en hun bestuurders, organisaties en hun professionals én inwoners is daarbij om weg te blijven van systeemoplossingen.

Er valt inderdaad nog veel te verbeteren aan de ondersteuning en zorg van en voor mensen. Zeker vanuit het oogpunt van duurzaamheid van antwoorden en betrokkenheid van de inwoners. Want, ondanks de transitie – de overdracht van taken en middelen van Rijk en provincies naar gemeenten – is de huidige werkwijze niet toereikend. Zeker niet om met betaalbare en oplossingsgerichte antwoorden in de groeiende vraag naar ondersteuning en zorg te voorzien. Daarvoor is een grensverleggende systeemverandering nodig. Gestoeld op basisprincipes waarin de inwoner die het betreft een volwaardige rol speelt. Alleen als wij daarin slagen zal ons sociaal- en zorgstelsel voldoende robuust zijn om ook komende generaties duurzaam van ondersteuning en zorg te kunnen voorzien.

Als geen ander kunnen en willen vrijwilligers, mantelzorgers en professionals in het sociaal domein aan deze gamechanging werken. Als geen ander ook lopen zij tegen grenzen van vermeende belemmeringen aan. Die kunnen financieel zijn, voortkomen uit wet- en regelgeving, protocollen of handelingsverlegenheid. Hierdoor maken zij de hen toebedachte rol niet waar. Omdat zij verstrikt raken en blijven in een web van afhankelijkheden en procedures. Het gevolg? Chronisch excuusgedrag!

Of daarvoor een oplossing is? Welzeker!

Tussen wil en wet staan te vaak muren van onterechte bezwaren en belemmeringen. Muren die wij eenvoudig weg kunnen nemen. Niet met een zoveelste systeemwijziging of nieuwe wet- en regelgeving. Eerder draait het om een combinatie van eigenaarschap, lef en doorzettingskracht. Gecombineerd met kennis en een dosis gezond verstand vormen deze eigenschappen hét kompas om te doen wat nodig is. Het hanteren van de ‘omgekeerde toets’ kan daarbij helpen.

De omgekeerde toets is een door kennisorganisatie Stimulansz ontwikkelde hulpmiddel. Een stapsgewijze methodiek die vraagt om anders om te gaan met wet- en regelgeving. Deze methode maakt mogelijk te doen wat nodig is. Te doen wat werkt. In plaats van te doen wat kan. Met als resultaat: maatwerk leveren zonder willekeur, en recht doen aan de geest van wet- en regelgeving.

Sinds mensenheugenis hebben we namelijk de gewoonte om regels en wetten in tekst te vangen en vast te leggen. Dat is lekker concreet en (vaak) gedetailleerd. Alles waarvan we dachten dat het vastgelegd moet worden, wordt opgeschreven. En bij alles wat wij doen (of laten) kijken wij eerst naar ‘wat de wet zegt’. Maar is dat nou wel zo’n goed idee?

Nou, niet per se! Het ligt er maar net aan hoe je er mee omgaat. En met welke bedoeling. Hanteer je de letter, of hanteer je de geest? De letter doodt, zo leert de geschiedenis. De geest maakt levend!

Eigenlijk werkt de omgekeerde toets net zo. Zij doet wat u en ik in het ‘gewone’ dagelijkse leven bijna als vanzelf en automatisch doen: kijken wat nodig is en werkt. Om dat vervolgens te combineren met de mogelijkheden. Pas als dat helder is, komt de vraag of het mag en kan. Zo doen wij wat werkt!

De decentralisaties – en vooral de door iedereen daarmee gewenste omvorming van ons sociaal- en zorgstelsel – zijn in mijn optiek een unieke kans om hier meer werk (en gewoonte!) van te maken. Dat begint niet bij de ander. Niet bij het systeem of bij wet- en regelgeving. Het begint met zelf stevig in de spiegel te kijken. Want het ‘uit koers raken’ van zorg en welzijn begint daar. Bij jou en mij. Te gemakkelijk, zo leert ons die spiegel, verliezen wij het eigenaarschap uit het oog. Kleden wij ons met de schaamlap van ‘de ander’, ‘het systeem’ of ‘de wet- en regelgeving.

Het dominante verhaal van de systeemwereld kunnen jij en ik doorbreken. Gewoon, door steeds weer bij de bedoeling te beginnen. Als een continu reflectiemechanisme voor het eigen doen en laten. Zo krijgt de leefwereld weer regie over de vraag wat hier en nu nodig is. Om pas daarna te beredeneren wat daarvoor in de systeemwereld moet worden of is ingericht. Zo maken wij de systeemwereld van sturend regisseur tot hulpmotor. De sturing ligt bij mensen als jij en ik. Mensen die zich handelingsvrij voelen om echt te doen wat nodig is. Niet vrijblijvend, maar vanuit eigenaarschap en (professionele) verantwoordelijkheid. Want dáár zit de sleutel.

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.
  • Meer blogs en ideeën zijn te vinden op Verruim de horizon en Inspirituals

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *