Ontketen de transformatie

Delen:

“Men moet de dingen zo diep zien, dat ze eenvoudig worden.” Dat is – in essentie – de opdracht die verbonden is aan de veranderingsopgave binnen het sociaal domein. Voor gemeenten en uitvoerende professionals vormt het realiseren van de daarvoor benodigde ‘veranderkracht’ de kern van een succesvolle transformatie in de praktijk. Naast een gedeelde visie, een gevoel van urgentie, aanjagers van verandering en daadkrachtig sturen op de verandering vraagt dit eerst en vooral ruimte voor verandering. En daar gaat het, structureel te vaak – fout. Want in de politiek is toegestaan wat in de zorg verboden is: iets uit zijn verband rukken.

De afgelopen jaren heeft tussen rijk, provincies en gemeenten een ingrijpende herschikking van verantwoordelijkheden en bevoegdheden plaatsgevonden. In het sociale domein heeft de decentralisatie haar beslag gekregen, in het fysieke domein is dit nog gaande. De beoogde veranderingen zijn dermate ingrijpend dat zij tijd nodig hebben om verwezenlijkt te worden. Bovendien moet de praktijk de komende jaren de ruimte krijgen om de doelstellingen van de decentralisaties te verwezenlijken. De Afdeling advisering van de Raad van State beveelt om deze reden terecht aan zeer terughoudend te zijn met het initiëren van nieuwe regelgeving.

Het is tegen de achtergrond van dat advies schrijnend, te moeten vaststellen dat tussen de gedeelde droom de draad van daad steeds weer en meer breuken vertoont tussen de vooruit- en achteruittrekkende elastiekjes.

Natuurlijk, de verschillende verantwoordelijkheden op grond van het wettelijke stelsel moeten gerespecteerd worden. Tegelijkertijd mag de stelselverantwoordelijkheid van de rijksoverheid geen alibi zijn voor het rijk om – eenzijdig en in strijd met het uitgangspunt van de decentralisatie – in te grijpen in de uitoefening van gedecentraliseerde bevoegdheden. Toch blijkt in de praktijk tussen deze tuinen van theorie en praktijk een bedroevende prikkelhaag te staan. De bestuurlijke kapiteins op het binnenhof manifesteren zich met hun ‘nee, dat kan en mag niet’ met grote regelmaat als terugtrekkende elastiekjes jegens gemeenten die ook ‘ja, dat moet’ kunnen zeggen. Ze creëren niets, ze ontdekken en onthullen slechts wat al bestaat. Het effect daarvan is dat de transformatie binnen het sociaal domein geketend wordt aan de instandhouding van dat wat was. De aanjagers van het transformationele paradigma, worden daarmee strevers naar het onmogelijke die steeds weer opnieuw het onontkoombare moeten accepteren.

Beleid op maat en integraal beleid – pijlers voor het gedachtengoed bij de transformatie – beperken de mate waarin uitvoering van het beleid door regels kan worden gestandaardiseerd. De uitvoering moet – meer dan voorheen – worden bepaald door de beoordeling in concrete gevallen. Van behoeften, mogelijkheden en middelen en de wijze waarop onderscheiden voorzieningen en maatregelen het beste daarop afgestemd. Natuurlijk zal de kwaliteit, de beoordeling en besluitvorming moeten plaatsvinden op grond van regels. Maar met die regels zal op een zodanige wijze moeten worden omgegaan dat meer ruimte ontstaat voor een waardering van de uitkomsten in het individuele geval.

Kan en moet het anders? Ja en nee. Wij kunnen en zullen de eindjes van een gebroken elastiekje steeds weer aan elkaar knopen, maar het blijven altijd knopen. De transformatie die nodig is, reikt veel verder dan dat met de wijzigingen van de daaronder liggende wetten is gerealiseerd. Dat geldt voor inwoners, voor aanbieders en professionals net zo goed als voor gemeenten en het rijk. De daarvoor benodigde verandering in houding en gedrag – van alle betrokkenen – kan echter niet van de ene op de andere dag worden verwacht. Dat vergt een proces van lange adem.

De overgang van taken, bevoegdheden en middelen binnen het sociaal domein is door grote inzet van alle betrokkenen zonder al te veel problemen verlopen. De gewenste paradigmawisseling moet echter verdergaand verankerd worden in een veranderende houding van de betrokkenen ten opzichte van elkaar. Dit vraagt bij het loslaten en overdragen van taken en bevoegdheden tegelijkertijd rolvastheid van eenieder. Terughoudendheid ook bij het zich voordoen van nieuwe dan wel onverwachte ontwikkelingen. Het zo doorontwikkelen van de verhoudingen is van essentieel belang voor het kunnen behalen van de doelstellingen die met de decentralisaties zijn beoogd.

Tegen de niet aflatende aanjagers zeg ik intussen: blijf enthousiast en aanmoedigend optreden. Maar blijf ook realistisch. Als je sneller wilt zeilen dan de wind, vraagt elke beweging naar voren oog voor de wrijvingskrachten die je oproept. Blijf desondanks volhouden en het goede voorbeeld geven! Laat zien wie je bent, los van verwachtingen, los van goedkeuring. Duw harder als je iets hebt om tegen te duwen. Maar wacht niet. Het juiste moment bestaat niet. En mocht, ten langen leste, duidelijk worden dat je jouw doel niet bereikt, verander dan niet je doel, maar verander je aanpak.

  • De auteur is als partner/senior adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, adviesbureau voor het sociaal domein. Meer werk van zijn hand en inspiratie vindt u op Inspirituals

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *