Oogjes zonder menselijkheid zijn glazen knikkers

Delen:

Het kan ons allemaal overkomen… langdurige werkloosheid door ziekte, ontslag, zwangerschap of welke reden dan ook. Gelukkig wordt dat velen bespaard. Desondanks echter zit dagelijks zo’n  half miljoen mensen thuis. Soms, omdat zij wel kunnen, maar niet willen. Maar meestal, omdat wel willen maar niet kunnen. Die laatste groep van is het – terecht – kotsbeu dat zij constant met de vinger gewezen worden. Maar, wie neemt het op voor al die werklozen?

Gevangen zitten in langdurige werkloosheid heeft een grote impact hebben op het leven van deze mensen. Om het allemaal nog erger te maken zorgt een lange periode van werkloosheid voor een gat in je cv. Een gat in je cv kan op zijn beurt de reden zijn dat een werkgever de voorkeur geeft aan een andere sollicitant. Vervolgens ben je weer terug bij af… of zelfs slechter af. Je bent immers wéér een afwijzing verder.

Het probleem van langdurige werkloosheid is dat je steeds wanhopiger, onzekerder en depressiever kunt worden. De wanhoop, verlaagde motivatie en negativiteit kunnen de reden zijn waarom je de baan niet krijgt. Het is een vicieuze cirkel die ervoor kan zorgen dat je alle hoop verliest. Het is daarom belangrijk dat wij deze mensen niet alleen zien staan, maar ook actief ondersteunen. En, zoveel is wel duidelijk, dan moeten zij het niet hebben van de ‘happy few’’, zo leerde mij het praathoofden-programma Jinek afgelopen week (maandag 3 juli 2017).

Respectvol vond ik het allemaal niet. Los van het feit dat alle gasten toch eigenlijk merendeels ook dankzij ons aan het werk zijn. En – waarschijnlijk – ook nog betaald uit dezelfde rijkskas; waarvan zij menen dat die nu door ‘arme sloebers’ wordt geplunderd. Tenenkrommend. Zeer beschamend en gênant. Dat was wat ik afgelopen week moest aanschouwen.

Er kwam een jonge vrouw in beeld die van allerlei oud materiaal mooie dingen maakte, die ze vervolgens probeerde te verkopen. Dat lukte steeds beter al had ze nog steeds de bijstand nodig om het hoofd boven water te houden. Maar dat zou niet lang meer duren, hoopte zij. De  gemeente hielp haar!

Wat er aan de hand was (of is)? Een vijftal gemeenten – hoe genereus! – mag van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid twee jaar lang anders om te gaan met de uitvoering van de regels in de bijstand. Zij mogen onderzoeken of meer begeleiding of juist minder regels en verplichtingen bijdraagt aan het welzijn en geluk van mensen. En onderzoeken of mensen in de bijstand bij zo’n andere aanpak op hun eigen manier juist actiever meedoen in onze maatschappij.

Zo komt er een groep waar de deelnemers voor de duur van het experiment meer ruimte krijgen dan de Participatiewet biedt, om een beperkt bedrag van de inkomsten uit werk te mogen houden zonder dat het direct wordt verrekend met de uitkering. Verder komt er een groep waar bijstandsgerechtigden veel minder verplichtingen hebben, terwijl deelnemers in een andere groep juist intensiever worden begeleid.

Bij Jinek lichtte de verantwoordelijk staatssecretaris, Jette Klijnsma, de plannen toe. Het resultaat: tenenkrommende hoon en verontwaardiging van mensen die elke dag zorgen hebben over de vraag wat zij nu toch weer met hun geld moeten doen. Iedereen was boos. Behalve dan de staatssecretaris.

Wat daar aan tafel uitgesproken werd, toont de werkelijke oorzaak van de maatschappelijke kloof tussen ‘arm’ en ‘rijk’: gebrek aan verstand, geest en inlevingsvermogen. Wie het woord nam, kwam automatisch in beeld. Met stijgende verbazing en verontwaardiging hoorde ik bofkonten en geluksvogels schaamteloos hol en voos schande spreken.

“Ja, dank je de koekoek,” dacht en denk ik, “jullie kennen de zorgen van eindjes die zich niet (meer) aan elkaar laten knopen niet. Jullie hoeven niet dagelijks gedwongen buiten het spel te staan.” Het was onbehaaglijk beschamend om te zien en te horen hoe ‘rijk en zorgeloos’ zich op tv zich kwaad zat te maken over een beetje ruimte voor mensen die het net even minder getroffen hebben.

De armoedeval, zo werd mij duidelijk, is niet alleen nog steeds springlevend, maar zij wordt kleppend gekoesterd door mensen die hun zaken vol, maar hun hart leeg hebben. Dat uitgerekend zo’n experimentje hun rechtvaardigheidsgevoel weet aan te tasten, toont aan hoe diep de kloof werkelijk gegroeid is. Dit roept om wraak.

Ik doe daarom een klemmend beroep op mensen die gebruik willen maken van de verruimde bijstandsregels. In het bijzonder hen die graag een kunsthandeltje opzetten. Die kunsthandel moet dan van deze mensen, die zo ruim in hun spek zitten, hun portret laten schilderen. Liefst, zoals ooit kunstschilder Terpen Rijn dat deed in Maarten Toonders verzamelalbum “Dit roep om wraak”. Hij schilderde namelijk de ogen niet. “Want, iemand die nooit naar buiten kijkt heeft geen karakter in zijn blik,” – aldus kunstschilder Terpen Tijn in een vraaggesprek. Als wij vervolgens deze portretten op een dartbord printen, kunnen wij nog enig vermaak (en inkomen) genereren uit deze pratende geldbuidels. Ter nering, lering en vermaak!

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *