Smeer de keten!

Delen:

De mensen die werken in het sociaal wijkteam hebben het druk. Héél druk. Met vragen van mensen die ondersteuning nodig hebben. Zeker. Maar, zo ervaar ik dag en dagelijks, ze hebben het vooral druk met elkaar.

Sociale wijkteams zijn als een spin in het web. Zij verbinden instanties en bewonersinitiatieven in hun werkgebied. De medewerkers van een wijkteam moeten zichtbaar en toegankelijk zijn. Het is daarbij niet alleen belangrijk dat zij samenwerken met instellingen, organisaties, scholen en huisartsen. Vrijwilligers en bewoners initiatieven zijn net zo belangrijk.

Wanneer immers een wijkteam samen met een gezin werkt aan het verbeteren van hun situatie, is het inzetten van het sociale netwerk van het gezin van groot belang. Hulp of ondersteuning van het wijkteam is in veel gevallen maar tijdelijk. Samen met hun netwerk en de professionals kan een gezin of huishouden aan een duurzame oplossing werken. Contacten met buren, kennissen, vrienden, familie of mantelzorgers zijn daarom van betekenis.  Net zo goed als contacten met sportclubs, vrije tijds- en ontspanningsverenigingen en kerken of moskeeën. Het zijn allemaal plekken waar mensen komen. De beroepskrachten en vrijwilligers die daar werken, zijn de ogen en de oren van het wijkteam. En wanneer er problemen zijn, kunnen zij ook een rol spelen in het opvangen en oplossen daarvan.

In de praktijk van alle dag komen veel wijkteams nog weinig toe te komen aan het onderhouden en betrekken van al deze mensen en organisaties. Terwijl zij voor het welslagen van hun opdracht – het bieden van passende ondersteuning op tijd en op maat – van wezenlijke betekenis zijn. Maar, zoals gezegd, de medewerkers van de wijkteams zijn druk. Héél druk. Vooral met elkaar. De reden? De keten werkt niet. Een beetje meer smeerolie in de samenwerking tussen professionals kan heel veel meer slagkracht opleveren. Zo leert ook de navolgende casus.

Meneer (66), zonder vaste woon- en verblijfplaats, gaat de laatste maanden snel achteruit en heeft dringend zorg nodig. Meneer zorgt slecht voor zichzelf. Bijv. meneer eet alleen als eten hem voorgezet wordt. Een contactpersoon bekommert zich om meneer, maar de belasting van deze mantelzorger wordt echt te groot. Er is een vermoeden van autisme o.i.d. De huisarts verzorgt in dit kader een verwijzing zodat er onderzoek gedaan kan worden en een diagnose gesteld kan worden. Tevens is er een afspraak voor een onderzoek bij ouderengeneeskunde.

In de afgelopen maand heeft meneer een aantal keren zijn verhaal moeten doen (bij een dorpsteam, de huisarts, het wijkteam en het maatschappelijk werkt.. Dit begint meneer echt te veel te worden en meneer dreigt hierdoor zorg te gaan mijden.  Belangrijk is dat er snel , dagelijks praktische begeleiding komt. Bij wijze van spreken moet er dagelijks iemand met hem een broodje eten, doornemen wat er die dag gebeurd is, wat hij de komende dag gaat doen, en hem begeleiden bij het zorgen voor zichzelf. (eten kopen, regelen van warme kleding voor de winter). Zo was er een andere mobiele telefoon nodig of moest de bankpas verlengd worden, post opgehaald bij de postbus, papieren tekenen voor een Wlz-aanvraag, etc.). Zo komt er dagelijks wel iets bij wat praktisch geregeld moet worden. Tot nu toe doet de contactpersoon dit, maar de mantelzorger raakt/is overbelast. Enerzijds doordat er privé urgente zaken spelen bij de mantelzorger waar zij aandacht voor nodig heeft, anderzijds doordat het regelen en organiseren en opvangen van meneer haar erg veel tijd kost. De zoektocht naar een doener als thuisbegeleider bleek eindeloos en hopeloos. Het lokale maatschappelijk werk gaf niet thuis: omdat meneer geen vaste woon- of verblijfplaats had konden zij niets doen….Dat het wijkteam de vergoeding van de inzet garandeerde deed daaraan niets af. De zoektocht naar een alternatief – een tijdelijke (begeleide) woonvoorziening strandde – ondanks het rechtstreeks aanspreken van een leidinggevende van de betreffende voorziening in een botte verwijzing naar de reguliere intakeprocedure. 

De situatie van meneer gaat met inmiddels met de dag achteruit, waardoor de consulent van het wijkteam samen met de contactpersoon steeds verder achter de feiten aan lijken te lopen. De inkt van het ondersteuningsplan is nog niet droog, of het plan blijkt alweer achterhaald door wijzigingen in de omstandigheden en de muren waartegen de contactpersoon en consulent aanlopen. Een spoedprocedure Wlz bij het CIZ wordt gestart, maar biedt op korte termijn geen soelaas. De regionale toegang voor begeleid wonen geeft niet thuis en ook het maatschappelijk werk – aangesproken op de onterechte formele weigeringsgrond (geen vaste woon- of verblijfplaats) – laat desondanks weten dat zij de casus niet kan oppakken. Het bieden van ondersteuning/begeleiding bij de algemeen dagelijkse dingen – boodschappen doen, zorgen dat er dagelijks gegeten wordt, bankpas helpen activeren, nieuwe mobiele telefoon aanschaffen met beltegoed zodat gebeld kan worden – zou te ingewikkeld zijn…

De betreffende casus werd uiteindelijk opgelost dankzij de innige en betrokken samenwerking van de contactpersoon, de consulent van het wijkteam en een huisarts. Zij hielden elkaar bij de hand, zochten elkaar op. Zij toonden eigenaarschap!

De lessen die voorbeelden als deze ons leren? Het grootste struikelblok voor de sociale wijkteams is de ketensamenwerking. Het duurt te lang om goede afspraken te maken. Begrip van de ketenpartners is leuk, maar zonder actie of bijstand is het een betekenisloze reactie. Begrip vraagt meer dan mooie woorden. Het vraagt actief meedoen. Het vraagt (mede-)eigenaarschap en (mede-)verantwoordelijkheid. Zonder dat zal iedere ondersteuningsvraag van inwoners een uitdaging blijven voor de consulenten die werken in een wijkteam. Zeker als zelfs de professionals in de keten niet thuis geven of zich verschuilen achter formaliteiten. Zij ondermijnen de positieve en creatieve werkomgeving die als een vliegwiel kan werken. Juist het ontbreken daarvan maakt de slagkracht van onze samenwerking tot een kwetsbaar fenomeen.

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior-adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.

 

 

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *