Tussen tuinhek en schutting

Delen:
  • Wie kortwiekt belemmert het over de schutting vliegen | 

VNG en Rijk hebben financiële afspraken gemaakt over de stabiliteit van de gemeentelijke budgetten. Afgesproken is dat er geen jaarlijkse herschikking plaatsvindt tussen de budgetten binnen de stelsels van de langdurige zorg (Wmo/Jeugd, ZvW en Wlz). In het bestuurlijk overleg daarover hebben VNG en VWS nogmaals bevestigd dat er zijn geen financiële verschuivingen mogelijk tussen de Jeugdwet en de Wmo 2015 enerzijds en de Wlz anderzijds, tenzij de taak van gemeenten verandert. Wij blijven dus in schotten denken en doen.

De hiervoor bedoelde afspraken puzzelen mij. Want deze week kwam er ook een heel behartigenswaardig advies van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS). De titel uitdagende titel daarvan luidt: “Een gedurfde ambitie – Veelzijdig samenwerken met kind en gezin”.

Dit advies focust zich op de hulp voor kinderen en hun ouders. Maar de daarin vervatte denklijn gaat op voor het hele sociale domein en de ondersteuning van alles inwoners. Zij krijgen regelmatig te maken met problematische situaties in kwetsbare gezinnen en huishoudens. Het maken van een professionele inschatting over wat nodig is voor een gezin vergt durf. Durf om te allen tijde met betrokkenen in gesprek te blijven. Durf ook om de grenzen van eigen deskundigheid en ervaring onder ogen te zien. Durf om andere instanties naar voren te schuiven in het belang van de betreffende mensen. En, voeg ik er aan toe, durf en ruimte om met (financiële) middelen te schuiven.

Dicht bij de inwoner. Integrale ondersteuning. Eén gezin, één plan, één regisseur. Dat zijn immers de beleidsmotto’s van veel gemeenten met betrekking tot de ondersteuning van diezelfde inwoners. Maar in de dagelijkse praktijk maken schotten, gescheiden verantwoordelijkheden, deeldomeinen, aparte loketten en verschillende geldstromen het leven van een inwoner met meerdere ondersteuningsbehoeften niet eenvoudiger.

Inwoners worden vaak op verschillende momenten en door verschillende instanties geïndiceerd, moeten steeds opnieuw voorzieningen aanvragen, ervaren overlappingen of juist hiaten in een reële ondersteuningsbehoefte. In de praktijk is van een ongedeelde ondersteuning geen sprake. Dat maakt het onnodig moeilijk voor deze inwoners, tast de kwaliteit van de ondersteuning aan en kost maatschappelijke en economische efficiencywinsten.

Een integraal persoonvolgend budget (i-pvb) kan een oplossing bieden voor deze situatie. Het zet de inwoner met een ongedeelde ondersteuningsvraag zelf in regie, gericht op het oplossen van problemen die zich vanuit beleidsoptiek in verschillende domeinen afspelen.

Een tussenstand van het sociaal domein (SCP, 160525) leert ons dat daar nog een flinke uitdaging ligt. Maar weinig mensen maken gebruik van een combinatie van de sectoren (Wmo, Jeugdwet en Participatiewet). Mensen die werkloos, ongezond of laag opgeleid zijn en mensen met een laag inkomen zijn juist daardoor kwetsbaar. De samenwerking tussen de verschillende partijen is mede daarom een punt van aandacht. Om de decentralisaties goed door te voeren, moeten gemeenten en professionals zich niet alleen richten op de uitvoering daarvan. Ze moeten bijvoorbeeld ook aangrenzende beleidsterreinen, zoals schuldproblematiek en passend onderwijs, meenemen. Gemeenten zoeken – zo luidt de conclusie – naar de juiste inrichting van het sociaal domein en naar daarbij passende instrumenten.

Flexibiliteit en loslaten. Daar draait het volgens mij om.  En ja, dat klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Als we heel eerlijk zijn misschien zelf een beetje zweverig en ongrijpbaar. Dat is het echter niet. Het vraagt om anders  denken. En in eerste instantie om anders te kijken naar de rol van de inwoners, de maatschappelijke partners en de eigen rol als gemeente.

Ik denk dat termen als zelfredzaamheid, eigen kracht en regie nu nog te beperkt geïnterpreteerd worden. Qua inkoop kunnen we daar volgens mij best een stapje verder in gaan. Waarom laten wij de inwoners – daar waar het kan – niet zelf direct zaken doen met geselecteerde en vooraf objectief beoordeelde leveranciers. Dan geven wij ze echte keuzevrijheid en eigen regie. Bovendien leidt het tot meer bewustwording met betrekking  tot de kosten van ondersteuning en gevoel van controle op hun kwaliteit van leven. Als er sprake is van 100% werken met een persoonvolgend budget dan kan de inwoner naar eigen keuze bij elke aanbieder terecht en zijn daar geen belemmeringen meer voor, tenminste in het budget.

Zeker, ik begrijp het heel goed. We begrijpen het onbekende niet. We zien het niet en we vinden het meestal niet leuk. Het onbekende  lijkt onbeheersbaar. We missen de controle en worden zenuwachtig. Dat is geen fijn gevoel. En daarom houden wij alles bij het oude. Natuurlijk, we blijven onszelf overtuigen van de illusie van een zekere toekomst. De stip aan de horizon. Maar we stevenen er niet in een rechte lijn op af. Het liefst zelfs laveren wij ons tussen klippen en kapen. Die geven houvast; menen wij. Waarbij wij klagen over de wind. Terwijl de oplossing eenvoudig is: stel de zeilen bij!

Met gescheiden budgetten blijven probleemsituaties in gezinnen en huishoudens te lang voortduren. Passende toewijzing van ondersteuning – en daarmee oplossingen – blijven dan te lang uit. Het wordt dus langzamerhand echt tijd dat wij domeinen en budgetten met elkaar verbinden en daarmee onnodigs drempels en schuttingen slechten. Daarom: sloop de schutting en open het tuinhek. Laat de inkoop waar mogelijk los en help inwoners waar dat echt  noodzakelijk is! Dan pas is er echt sprake van een ‘Kanteling’!

 

 

Een gedachte over “Tussen tuinhek en schutting

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *