Van holle frasen komen tot ambachtelijke zingeving

Delen:
  • Van holle frasen komen tot ambachtelijke zingeving

Stel dat Teun ”ja – ja” van der Keuken bij jouw gemeente langskomt. Je weet wel, die man van de Keuringsdienst van Waarde. En stel je voor dat hij het gemeentelijk beleid op het terrein van welzijn en zorg tegen het licht zou houden. Net zoals hij dat deed bij eerdere onderzoeken met levensmiddelen. Zou Teun in jouw gemeente dan ‘Puur en eerlijk’ constateren of juist spreken van “Pure volksverlakkerij”? Om vervolgens uit te leggen waarom er zoveel gelogen wordt over zorg en welzijn en zeggen dat het allemaal mis gaat?

De gemeentelijke ‘etiketten’ op het terrein van welzijn en zorg – tegenwoordig ‘het sociaal domein’ genoemd, beloven gouden bergen en dure intenties.  ‘Het kind centraal’, ‘versterken van het gewone leven’, of ‘in je eigen kracht zetten’ en ‘uitgaan van talenten’. Ze beloven dat iedereen mee (kan of moet) doen en (kan of moet) meetellen. In de meest krachtige bewoordingen trachten gemeenten duidelijk te maken dat zij de ondersteuning van en zorg voor mensen in de knel serieus nemen. En, dat gebiedt de eerlijkheid mij te erkennen, ze menen het (meestal) ook. Dubbel en dwars.

Overal in ons land worden de krachten gebundeld om de beloften waar te maken om de ondersteuning van mensen te verbeteren. Oftewel, om ‘te kantelen’. Wat zoveel wil zeggen als dat wij een antwoord geven op de vraag ‘hoe wij samen kunnen bouwen aan een leuker, mooier, duurzamer en energieker Nederland. Waarbij wij dromen van een maatschappij waarin waarden eerst komen, en wij samen verantwoordelijk zijn voor een menselijker, eenvoudiger, liefdevoller en rechtvaardig leven voor iedereen. De zorg moet daarbij én veel menselijker, én eenvoudiger en én goedkoper.

Deze Kantelingsdroom heeft inmiddels al geleid tot een heuse industrie. Zo verschijnt er binnenkort heus een kantel inspiratiespel!.

Ikzelf ben een ‘believer’. Ik geloof in de intenties, beloftes en mogelijkheden. Laat dat duidelijk zijn. Ik steek dagelijks, en met veel plezier, al mijn energie in het realiseren van deze droom. Maar ik stel ook vast, dat er veel tegenspraak en tegenkracht is. Die het succes van de operatie complex en onzeker maken. Die de vergezichten, die zo mooi op onze ‘etiketten’ staan, in de praktijk om zeep helpen. Gewoon, omdat essentiële ingrediënten niet geleverd worden. Ik heb het over lef, vertrouwen en zelfreflectie.

De kanteling die wij voor elkaar willen krijgen, vraagt van ons de bereidheid om te komen tot een nieuw speelveld, met andere en meer gelijkwaardiger verhoudingen. Vraagt om nieuwe rollen en posities. Van en voor iedereen. Zij vraagt ook om een nieuwe structuur. Een structuur die niet geschraagd wordt door een systeem, gebaseerd op wantrouwen, maar zijn basis vindt in vertrouwen en autonomie. Een structuur ook, die niet alles vooraf regelt, maar in het moment zelf mensen en mogelijkheden faciliteert. Geen structuur dus, waarbij de gemeente de regie voert, maar – zoals de bedoeling was en is – de mensen zelf regie voeren over het eigen leven. En als dat – om welke reden dan ook – even, of voor langere tijd niet lukt, moeten er mensen zijn die – op basis van ‘toevoegende waarde’ – kunnen en mogen bijspringen. Dit vraagt om (ruimte voor) creativiteit, improvisatievermogen en experimenteren.

En juist daarin zijn wij niet goed. Eigen initiatief? Best, als wij wel mogen voorschrijven hoe het dan moet of zal gaan. Eigen kracht? Uitstekend, maar alleen als wij mogen bepalen wat die eigen kracht dan is of moet zijn. Improvisatieruimte? Natuurlijk; mits het binnen de regels past. Samen bouwen aan een verantwoordelijke samenleving? Graag, maar zorg er wel voor dat ik (of de gemeente) geen risico loopt of imagoschade oploopt!.

“Een verantwoordelijke samenleving kan de overheid  niet aan de  burgers ‘opleggen’,” schreef Roos Sohier, beleidsmedewerker van Provinciale Raad Gezondheidszorg Brabant op 22 februari in haar blog. Met haar zeg ik, dat de overheid het wel kan faciliteren en stimuleren.

De overheid is terreinknecht in plaats van regisseur. Mensen willen best verantwoordelijk zijn. Graag zelfs. Want wat is er mooier dan de baas zijn over je eigen leven? Maar de kans daartoe moet wel geboden worden. En juist daar wringt het. Want wij vertrekken niet vanuit de samenleving, nemen het gewone leven van onze inwoners niet als startpunt. Wij redeneren en regelen nog altijd vanuit stelsels en daarbij behorende regels, producten en financieringsvormen.  En het loslaten van controle (lees”: beheersdrift) is daarbij voor velen van ons misschien nog wel het moeilijkst.

De kanteling die wij willen is nog teveel een ‘fluwelen revolutie’. Een revolutie waarbij het ‘nieuwe’ best mag, mits het de bestaande verhoudingen, posities en rollen niet (teveel) aantast. Terwijl de echte transformatie vraagt om terreinknechten in plaats van leiders. Mensen die geen eisen stellen, maar anderen vragen: Wat hebben jullie nodig? Wat kan ik daarbij voor jou betekenen?

Echte transformatie creëert ruimte voor ‘ambachtelijke zingeving’. Desnoods door rigoureus de die ruimte belemmerende schotten of posities te slopen. En ja, dat is iets waar wijzelf actief mee aan de slag moeten. Met een ander soort bril. Niet zo’n irritante multivocaaaaaale als die van Eylove, maar een bril om te achterhalen wie waar echt behoefte aan heeft om zijn leven of bijdrage daaraan zinvol te laten zijn.

Een dergelijke transformatie en  kanteling vragen meer dan fluwelen handschoentjes om (emotionele) intelligentie en denkkracht. Om een andere manier van kijken, persoonlijke dienstbaarheid en ware verbinding met de ander. Alleen wanneer wij zo ‘puur en eerlijk’ onze intenties en bedoelingen nastreven, kunnen we haar bereiken. Om dat te verwezenlijken moeten wij het volk niet langer verlakken met holle frasen op onze ‘etiketten’ van beleid. Dat begint met het durven stellen van de vraag: “Wat is mijn toevoegende waarde? Hoe ziet mijn rol eruit in de toekomst? En welke veranderslagen moet ik doormaken om aantrekkelijk te blijven voor mijn omgeving?”

Bent u bang voor de uitkomst? Ik niet. Want wie het lef, vertrouwen en de zelfreflectie heeft die dit vraagt, zal ervaren dat juist hij of zij een graag geziene gast is. Een gast die tot wasdom komt, juist door anderen tot wasdom te laten komen.

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior-adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden

Een gedachte over “Van holle frasen komen tot ambachtelijke zingeving

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *