We dromen van nieuwe, maar ontwaken op oude wegen

Delen:

Steeds vaker realiseer ik mij, dat ik met goedbedoelde overwegingen meewerk aan het in stand houden van problemen. Door de verkeerde oplossing voor het goede probleem niet alleen mogelijk te maken, maar zelfs te omarmen. Elke keer als ik dat weer ontdek, troost ik mij Ik aan de worden van wijlen Johan Cruijff: “Je gaat het pas zien, als je het doorhebt.”

Soms hebben wij een wake-up call nodig om ons te realiseren dat wij veel werk maken van een oplossing voor een probleem, terwijl wij juist met die oplossing datzelfde probleem in stand houden dan wel mogelijk maken. De afgelopen week kreeg ik meerdere keren zo’n wake-up call.

Het begon in het weekeinde. Peter Dijkshoorn, kinder- en jeugdpsychiater en bestuurder van Accare (jeugd-GGz) reageerde op deze oproep: “Meer dan drieduizend gezinshuizen gezocht voor 10.000 kinderen”.

In de jeugdwet uit 2015 staat dat kinderen die niet meer thuis kunnen wonen bij voorkeur in een pleeggezin of in een gezinshuis moeten worden geplaatst. Nederland telt momenteel zo’n 750 gezinshuizen waarin bijna 2600 kinderen wonen. Daarnaast wonen er zo’n tienduizend kinderen in residentiële instellingen en 1700 in de gesloten jeugdzorg. Kunnen die allemaal naar pleeggezinnen en gezinshuizen zoals de wet voorstaat? “We kunnen het proberen, met geld van VWS en de VNG,” zo meldt het artikel. “Het is een illusie te denken dat we dit snel voor elkaar krijgen, maar we kunnen het wel proberen. Daarvoor is geld nodig om samen met de zorginstellingen de transitie van residentiële instellingen naar gezinsgerichte vormen van begeleiding mogelijk te maken, waaronder bijvoorbeeld ook kleinschalige voorzieningen zoals Spirit, Jeugdformaat en Fier die bijvoorbeeld hebben.”

Peter’s reactie was ontnuchterend: “Mooi, gezinshuizen, maar waarom niet fors investeren in onderzoek om het aantal uithuisplaatsingen minstens te halveren? Dat is haalbaar, beter voor kinderen en ook weer voor hún kinderen.”

Aan het einde van de week had ik een gesprek met een bestuurder van een organisatie voor de opvang van daders en slachtoffers van huiselijk geweld. Ook in dat gesprek kwam zo’n verwondering naar voren. “Waarom,” zo vroeg mijn gesprekspartner zich af, “realiseren wij voor dak- en thuislozen wel de eerste en tijdelijke opvang, maar niet de structurele huisvesting en participatie die wij beogen? Waarom richten wij – als vangnet – wel het bijstandsloket in, maar verzuimen wij ieder mens de kans te geven daadwerkelijk te participeren. Terwijl wij dat wel prediken!”

Natuurlijk, de verkeerde oplossing voor het goede probleem is te preferen boven een goede oplossing voor het verkeerde probleem. Maar tegelijkertijd moeten wij ons wellicht vaker realiseren dat veel van onze doen en laten eerder een maatregel ter beheersing dan een oplossing van het probleem is. Daarmee reduceren wij wellicht de impact van een probleem op ons leven of de samenleving, maar wij nemen niet de oorzaak ervan weg. En zo dijen de kosten tot levensbedreigende obesitas voor ons stelsel.

Veel organisaties binnen welzijn en zorg hebben in hun doelstelling staan dat – in finale zin – hun inspanningen er op gericht zijn zich overbodig te maken. Het zijn niet zelden ronkende teksten, die verschrikkelijk mooi klinken. De harde werkelijkheid is dat diezelfde organisaties hun bijdrage meestal vertalen of vertaald hebben naar een businessmodel dat vervolgens in stand gehouden moet worden. Omdat juist dat probleem – in combinatie met die oplossing – ons bestaansrecht en betekenis geeft.

Ons zorgsysteem is te duur, te log en te star. Het staat op het punt te imploderen. Daarom dromen wij van nieuwe wegen. Maar wij blijven wakker worden op de oude weg.

Als wij onze zorg voor elkaar en de samenleving daadwerkelijk anders willen regelen en inrichten, dan zullen wij moeten stoppen met het symptoom bestrijden. Dan zullen wij, zoals Peter en mijn gesprekspartner deze week, de bereidheid moeten hebben fundamentele vragen te stellen bij ons doen en laten. Dan moeten wij werk durven maken van het wegnemen van de oorzaken van een probleem. Ook, als dat uiteindelijke onze business om zeep helpt.

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior-adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *