Wees betrokken bij bijzondere gebeurtenissen

Delen:

Ongeveer 90% van de Nederlandse gemeenten werkt met sociale wijkteams. Nu de transitie een feit is, buigen gemeenten zich over de volgende uitdaging in het proces: de transformatie. Over wat dat betekent gaat het 5de congres “De kracht van het sociale wijkteam” (Klik hier voor meer informatie over het congres…) Op verzoek van de congresorganisatie inventariseerde ik de belangrijkste uitdagingen waarmee de professionals in en rond het sociale wijkteam te maken krijgen. Mijn bevindingen teruglezend zie ik 5 hoofdbewegingen en daarmee verbonden uitdagingen…De belangrijkste uitdaging is echter het elkaar vertellen van ons verhaal.

De eerste is de Versterking van onze slagkracht in en rond het gewone leven. Ik ben er namelijk van  overtuigd dat ondersteuning dichtbij het beste werkt. Het vraagt van ons als professionals wel dat wij  ook kennis hebben van de wijk en gebruik kunnen maken van de kracht van de mensen die er wonen en werken. We moeten de mensen dus opzoeken. Daar zijn en werken waar de mensen zijn: thuis, op school, op straat, in cafeetjes, bij de sportclubs, etc. Het vraagt ook om samenspel van informele en collectieve, algemeen toegankelijke en maatwerkvoorzieningen, diensten en netwerken in een bepaald gebied, dichtbij inwoners. Door aanwezig, present en zichtbaar te zijn in de wijk en laagdrempelig contacten te onderhouden in de buurt, zowel met inwoners als met sleutelfiguren, leren wij de wijk en de kracht van de inwoners kennen.

Het tweede punt is de Versterking van de kennis en expertise op het gebied van screening. Veel huishoudens die voor steun aankloppen bij een sociaal team, hebben problemen met de basisbehoeften. Ze leven in armoede, hebben schulden of gebrekkige huisvesting. De ervaring leert dat mensen pas openstaan voor begeleiding rond opvoeding, participatie en werk als deze basale problemen beheersbaar zijn. Voorwaarde voor het goed functioneren van een integraal deskundige toeleiding is daarbij dat zij naast een ‘er op af mentaliteit’ voldoende specialistische kennis van verschillende leefdomeinen en ondersteuningsbehoefte van inwoners heeft. Overal werken gemeenten daarom aan een brede samenstelling van het sociaal team, met expertise uit welzijn, zorg, participatie en inkomen. Daarmee wordt het mogelijk om ook mensen met meerdere vragen en zwaardere problematiek ook laagdrempelig passende hulp te bieden; in hun eigen omgeving.

Het derde punt van aandacht wordt gevormd door de Verbinding van front- en backoffice. Als we de beloften van de decentralisaties willen waarmaken, vraagt dit dat wij op alle niveaus tegelijkertijd handelen. Daarvoor zullen we het hulpverleningsproces strakker moeten coördineren en meer regie moeten houden op concrete casussen. Er is sprake van een complex samenspel van professionaliteit, budgettering, inkoop, convenanten, regels en routines. Niet zelden bestaat er voor elk probleem nog een eigen regeling in een sectorale koker. Die ook nog eens een eigen – vaak door de politiek – gesanctioneerde rationaliteit kent. Deze ‘systeem’- wereld moeten wij verbinden met de leefwereld waarin de inwoners en professionals verkeren.

Het vierde punt betreft de Versterkte focus op nazorg. Adequate nazorg is onlosmakelijk onderdeel van elke toekomstplan dat met inwoners gemaakt wordt. De nazorg moet onder andere gericht zijn op het leren hanteren van ’triggers’ en valkuilen om zo een terugval te voorkomen. Nazorg is – anders dan het woord suggereert – geen sluitstuk, maar begint al bij aanvang van de ondersteuning. Door vast te leggen wat er geregeld moet zijn (denk aan waakvlam ondersteuning, mantelzorg, inkomen, huisvesting) en met wie daarover afspraken gemaakt worden of zijn als de behandeling of ondersteuning wordt afgerond. Het sociaal team speelt hierin een verbindende rol.

De voorgaande vier punten resulteren in het laatste (vijfde) aandachtspunt: Ontkokerd beleid. Hoewel veel gemeentelijke visies op het sociaal domein anders suggereren, is de afstemming tussen beleid en uitvoering in veel gemeenten nog steeds aandachtspunt. Schotten in regelgeving en systemen maken het nog (te) vaak lastig voor de teams om oplossingen te vinden. Een sociaal werker moet bijvoorbeeld kunnen ingrijpen als een gezin met schulden en een huurachterstand het huis dreigt te worden uitgezet. Dat zou de problemen alleen maar vergroten. Werken met een bredere geldstroom is daarbij een noodzakelijke voorwaarde voor maatwerk en integrale ondersteuning; met zo min mogelijk bureaucratische drukte. Gevoed uit middelen (of delen daarvan) voor: Wmo Begeleiding, Huishoudelijke Ondersteuning, Jeugdhulp, Participatie en activeringsbeleid, Bijzondere Bijstand, Schuldhulpverlening en Armoedebestrijding.

Sociale teams zijn een belangrijk instrument – want ‘verkeerstoren’ – om de ondersteuning voor inwoners sneller, beter en doelmatiger te organiseren. Daarmee hebben gemeenten een beweging in gang gezet die de transformatie tot een succes kan maken. Om dat succes daadwerkelijk voor elkaar te krijgen hebben de teams nu vertrouwen nodig, en – vooral – voldoende tijd. De professionals in de praktijk ervaren namelijk dagelijks dat de systeemwereld en de alledaagse werkelijkheid heel verschillende werelden zijn. Bij het verwoed proberen oplossingen nabij te bedenken voor “moeilijke’ uitdagingen, ontstaat vaker het gevoel ‘Ben ik nou gek?” Het belangrijkste middel daarbij en daarvoor is overigens niet een systeemingreep. Dat is het elkaar meenemen in de verhalen van de inwoners. Geen hen en hun situatie naam en gezicht.

Iedereen  heeft  zijn  eigen  verhaal. De inwoners over hoe zij het dagelijks beleven. De professional over  hoe  hij  in zijn  werk  zit. Het delen van die ervaringen  de betekenis daarvan zijn waardevolle instrumentjes waarmee we zin en verklaring geven aan wat wij doen. Storytelling is niet alleen  het  maken  van  een  verhaal. Het is ook een interactieve interventie bij  veranderingen.  Met  een  verhaal  kun  je  mensen  vervoeren  en  verandering  bereiken. Het maakt visies, belemmeringen en kansen concreet en brengt mensen zo in actie of creëert draagvlak voor een gewenste afwijking van de regel.

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *