- Ik zou willen dat mensen die moeite hebben met communiceren gewoon hun kop zouden houden. |
Moed en moedig zijn is van belang in de communicatie tussen arts en patiënt. Zeker wanneer het gaat om slecht nieuws. Elke arts behoort zich mijns inziens op dit terrein te bekwamen. Waarom? Omdat ik merk dat het gesprek tussen specialist en patiënt juist op dat punt nog te vaak misgaat.
In het zorgtraject van elke kankerpatiënt bijvoorbeeld komen één of meer slechtnieuws-gesprekken voor. De arts moet de diagnose meedelen, later moet hij misschien vertellen dat een bepaalde behandeling geen resultaat had, dat de patiënt terug gevallen is of niet meer kan genezen.
Dit laatste overkwam Joop. Een goede kennis van mij. Hij is 83 jaar oud en het leven nog lang niet moe. Maar zijn lichaam laat hem in de steek. “Kanker in de lever; met uitzaaiingen”, zo luidde de diagnose. De behandelend arts beloofde Joop om zijn casus te bespreken met zijn collega’s. “Wij gaan ervoor”, sprak hij Joop en zijn vrouw bemoedigend toe. En dat was ook het besluit van Joop zelf: “Ik ga ervoor”.
Een dag voordat Joop de uitkomst van het artsenoverleg zou horen werd zijn vrouw gebeld. Het voor de volgende dag geplande gesprek kon geen doorgang vinden, omdat de arts die dag niet aanwezig zou zijn. Voor Joop en Mientje, zijn vrouw, betekende dit een dag extra spanning en stress. Twee dagen later kregen Joop en Mien de opbrengst van de ruggenspraak wel te horen. Zij kregen de verdrietige boodschap dat behandeling niet meer mogelijk was.
De intens droevig makende conclusie is de arts niet te verwijten. De diagnose is op zich een neutraal feit. Maar de waarheid is iets geheel anders, namelijk wat deze diagnose, op dit moment, voor deze patiënt(e), in zijn of haar levensopvatting, in zijn of haar levenssituatie betekent. Wie kan met recht beweren dit alles te bevatten?
Als de betreffende arts beweert dat Joop ‘naar waarheid’ is ingelicht, geeft hij er blijk van nooit goed over de begrippen diagnose en waarheid te hebben nagedacht. Daarom ook hekel is de wijze waarop hij de boodschap overbracht: telefonisch!
Het slechtnieuwsgesprek is het meest complexe gesprek dat de arts en de patiënt moeten voeren. Voor Joop en Mientje leidt het slechte nieuws ertoe dat hun toekomst er opeens heel anders uitziet. Hun leven wordt in een klap grondig overhoop gegooid, wat zorgt voor heel veel emoties zoals verdriet, angst, onzekerheid, onmacht en boosheid.
Natuurlijk, ook voor de arts is dit geen gemakkelijk gesprek. Er is ook geen vast recept om patiënten slecht nieuws mee te delen. Niet alleen reageren patiënten heel verschillend op slecht nieuws, elke zorgverlener doet het op zijn manier. Bovendien zijn de situaties waarin slecht nieuws wordt gebracht, erg verschillend. Maar duidelijk is wel dat een goed gesprek over de diagnose en de gevolgen een gepland gesprek moet zijn. Dat wil zeggen dat de context (tijd, plaats en wie er bij het gesprek aanwezig zal zijn) op voorhand gepland wordt door de arts of een andere zorgverlener. Deze zorgt er ook voor dat de periode tussen de onderzoeken en de definitieve diagnose c.q. mededeling daarvan zo kort mogelijk is. In deze periode worden de patiënt en zijn naasten immers met veel onzekerheid en angst geconfronteerd.
Voor zo een gesprek neem je ook de tijd. Dus plan je voldoende tijd in voor het gesprek. En je bereid het gesprek inhoudelijk voor. Tenslotte, en dat is volgens mij het meest wezenlijke: je geeft het slechte nieuws enkel tijdens een face-to-face gesprek met de patiënt. Dus niet via de telefoon of via e-mail. Het is daarnaast naar mijn mening ook de taak van de specialist – die veelal het slecht-nieuwsgesprek voert – de huisarts en andere behandelende artsen van de inhoud ervan op de hoogte te brengen en in het gesprek de patiënt mee te delen, dat hij dit met diens goedvinden zal doen. Pas dan is er sprake van ‘de continue relatie’, waarin samenwerking in de zorg een belangrijk element is. Dit kan de verwerking van het slechte nieuws ten goede komen.
Ik neem aan dat de specialist van Joop dit alles ook weet dan wel geleerd heeft. Hij zal het ongetwijfeld ook goed bedoeld hebben. De arts mag ook best enig blijk geven dat hij het erg genoeg vindt geen betere boodschap over te kunnen brengen en dat hem dat pijn doet. Maar een arts die zijn patiënt (en zijn begeleidende familie) geen hand geeft, niet opstaat vanachter zijn bureau, zijn patiënt niet aankijkt, geen tijd voor hem neemt op zulke cruciale momenten, het gesprek als het ware met de hand op de knop voert, is in mijn ogen onbeschoft. Het staat wat mij betreft ook gelijk aan gebrek aan moed.
Slecht nieuws brengen is voor artsen een van de moeilijkste taken. Daarvan ben ook ik mij zeer wel bewust. Maar artsen die hun patiënten emotioneel kunnen steunen, blijken de emoties van hun patiënten te kunnen beïnvloeden. Empathie helpt. Een arts kan zo met heel weinig extra inspanning en tijd een verschil maken in de emotionele beleving van patiënten, en hen helpen de impact van het slechte nieuws op te vangen met minder stress, angst en onzekerheid. Patiënten blijken bovendien meer van de gegeven informatie te onthouden. Dat brengt mij ook tot mijn conclusie en advies: Het geniale van communicatie is voor een arts gelegen in het persoonlijke contact en daarin tegelijkertijd volledig, eerlijk en volledig vriendelijk te zijn.