Transformaatjes gezocht

Delen:

De vraag “Hoe transformeer je?” houdt menig bestuurder en professional bezig. Of het nu een omvorming van een organisatie betreft, een cultuuromslag of een werkwijze. Zeker in het huidig tijdsgewricht zoeken managers, professionals, hrm-professionals en adviseurs nieuwe vormen van organiseren. Vormen ook waarin op een eigen wijze invulling wordt gegeven aan leiderschap, management en een moderne professionele rol.

De omvorming van het sociaal domein, mijn eigen expertisegebied, hangt nauw samen met zo een ‘transformatieopdracht’. Gemeenten moet op basis van wet- en regelgeving (o.a. Jeugdwet, Participatiewet en Wet Maatschappelijke ondersteuning) hulpvragen van inwoners integraal oppakken.

De bedoelde opgave heeft de afgelopen jaren veel inspanningen opgeleverd om de daarmee gepaard gaande overgang verschillende taken naar gemeenten zo goed mogelijk te realiseren. Dat was is – in relatie ook tot de omvang van de operatie en de verhoudingsgewijs korte voorbereidingsprocedure – geen sinecure. Ook, omdat daarbij tot in een zeer laat stadium op de verschillende deelterreinen aanzienlijke nog aanzienlijke wijzigingen in de opzet zijn aangebracht. Mede hierdoor staat de beoogde transformatie op dit moment nog in haar kinderschoenen. Breed ook wordt her- en erkend dat het nog een aantal jaren zal vergen om na de transitie (overdracht van taken) de transformatie (de voorziene omslag), werkelijk te maken. Dit geldt voor alle betrokkenen.

Goede transformatie, hoe noodzakelijk en wenselijk misschien ook, is echter niet eenvoudig. Transformatie is een nogal ongrijpbaar fenomeen. Dat is ook de les die een goede collega, Anne Pastors, in haar (zeer inspirerende) boeken “Wijsheid in Pacht” (2014) en “Transformerenderwijs” (2017) trekt (zie ook: “wijsheid in pacht”). Naast een originele praktijkbenadering bevatten de boeken wijze aanbevelingen waar je iets mee kunt. Eerst en vooral door zelf actief te worden.

De boeken en lessen van Anne leren ook dat het bij transformatie om meer gaat dan het SMART maken van de opgave. Waarmee ik bedoel dat de opgave Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden moet zijn.

Veel eerder draait het om de eerlijke en onvervalste persoonlijke ervaring dat het leven een werkelijkheid is, waarin we met elkaar bewegen van het ene in het andere ‘verhaal’. Verbinding maken met maatjes is daarbij de sleutel voor een hoopvol effect. Ik ben het daar van harte mee eens.

Tegelijkertijd maakt die constatering het gewenst dat naast SMART ook TRUST (vertrouwen) centraal staat. Bij vertrouwen gaat het om Tweezijdigheid in relaties, Ruimte die gegeven én gepakt wordt, Uitdagende doelen, Support die wordt geboden en genomen en Transparantie in houding, gedrag en manier van werken.

Juist de pijler van vertrouwen staat – ook bij de transformatie binnen het sociaal domein – tot op de dag van vandaag onder druk. Niet alleen omdat wij leven in een tijd van afnemend vertrouwen van burgers in overheden. Het nieuwe beleid gaat voor inwoners, professionals en hun organisaties, net zo goed als gemeenten, gepaard met grote onzekerheid.

Om de onzekerheid weg te nemen en het vertrouwen in het uiteindelijke resultaat te laten groeien zullen betrokkenen niet langer meer alleen bezig moeten zijn met de eigen taak en rol, maar over de grenzen daarvan rekening moeten houden met de taken en verantwoordelijkheden die bij anderen zijn belegd. En ja, ik realiseer mij dat dat allemaal gemakkelijker gezegd dan gedaan is.

Het vergt daadwerkelijk een attitude van tweezijdigheid. Meer concreet nog: het is een appèl op zelfbeheersing. Niet het eigen denken en doen direct als leidraad voor actie nemen, maar het eigen denken en doen afstemmen op de verwachtingen en het doen en denken van de ander.

Door eerst overleg te hebben zal meer kunnen worden bereikt en kan onnodige irritatie worden voorkomen. Daarvoor is inlevingsvermogen nodig en dat vergt een stevige investering in de onderlinge relaties. Zo creëer en kweek je transformaatjes. Daarenboven is het van cruciaal belang dat alle betrokkenen betrouwbaar zijn in hun rol. Wettelijke regels, leert ook een analyse van de Raad van State (“En nu verder! – Vierde periodieke beschouwing over interbestuurlijke verhoudingen na de decentralisaties”; oktober 2016) zijn daarbij slechts in beperkte mate behulpzaam. Het uiteindelijk functioneren van het stelsel staat of valt met onderling vertrouwen in elkaar en ieders intentie en vermogen om de inzet tot een succes te maken. Dat ieder daarbij mag en moet streven naar het onmogelijke, maar ook het onontkoombare moet willen accepteren, mag daarbij voor zich spreken.

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als Partner/senior adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden. Meer blogs van zijn hand zijn te vinden op Verruim de horizon

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *