Waardigheid als waarde

Delen:

“Soms,” vertrouwt Edwin mij toe, “wil ik liever niet meer wakker worden. Wachten op de postbode. Van dinsdag tot en met zaterdag is het middaguur een kwelling voor mij. Niet, dat ik haar graag zie. Integendeel. Het liefst kijk ik haar mijn deur voorbij. Want als zij komt en ook mijn deur aandoet, dan brengt zij nieuwe rampspoed. In de vorm van nieuwe nota’s of – erger nog – aanmaningen van eerdere. De zondag en de maandag zijn – wat dat betreft – zegeningen. Maar dan zijn er – net als alle dagen waarop de kinderen vrij waren – andere problemen. Dan vreest ik de momenten dat ik hen moet teleurstellen met een “Nee, dat kan niet. Daar is geen geld voor.”  En dan de vrijdagen. Als ik naar de voedselbank moet. Dat is voor mij en mijn vrouw een schaamtevolle martelgang.”

Het verhaal van Edwin is niet uniek. Terwijl wij weer dagelijks de loftrompet steken over de prachtige economische ontwikkeling. Over de groei van werkgelegenheid ook. Ondertussen echter groeit de kloof tussen ‘arm’ en ‘rijk’. Een kloof die mensen, groot en klein – eenmaal naar ‘arm’ overgestoken – buitenspel verklaart.

Steeds vaker dringt zich, als ik Edwin spreek en zijn verhaal hoor, bij mij een almaar knagender gevoel van schuld op. “Hoe toch,” denk ik, “is het mogelijk dat wij als samenleving niet in staat zijn om voor mensen als Edwin die buitenspelval op te heffen?”

Schuld en schaamte vervreemden. Ze zijn de belangrijkste oorzaak van ontwrichting. In relaties, gezinnen en de maatschappij. Schuld, zo realiseer ik mij, vraagt om actie; die echter door schaamte wordt verlamt.

Beschamend is het gevoel door de ander te worden bekeken, be- of veroordeeld. Je voelt je vernederd, stom; je bent een loser. De ergste straf is die van het oog van de honende toeschouwer. Wie zich schaamt wil maar één ding: verdwijnen. Die neiging maakt dat ook dat het contact met de realiteit verloren gaat. Het negatieve beeld projecteren we op de ander. Wat des te gemakkelijker is, als ook die ander minder contact maakt, omdat die de schuldenaar als zondebok zien. Zo vergroot zich niet alleen stilletjes de armoede, maar meer nog de kloof.

Als wij dat alles weten, dan is niet kwijtschelding van schuld de eerste opgave. Eerder is dan het wegnemen van de schaamte de uitdaging. Dat is eigenlijk heel simpel, en daardoor waarschijnlijk ook zo verdomd moeilijk. Het vraagt namelijk om elkaar als mensen niet op economische waarde, maar op waardigheid aan te spreken.

Wie buitenspel staat, voelt zich minderwaardig. Niet gewaardeerd. Een gevoel dat eenvoudig te doorbreken is. Gewoon, met een simpele vraag: “Kun jij wat voor mij doen?” Omdat wij die vraag niet stellen, staat in Nederland dagelijks ruim 20% van het menselijk kapitaal buitenspel! En dat zijn mensen als Edwin. Mensen die – ieder op eigen wijze, net als jij en ik – willen meetellen en meedoen.

Meetellen en meedoen geeft waardigheid. Daarom roemen wij ook de prachtige economische groei. Feesten wij de toename van de werkgelegenheid die daarmee gepaard gaat. Diezelfde feestwoede maakt ons echter ook blind. Doet ons te gemakkelijk voorbij de grote en kleine Edwin’s kijken. Terwijl ook zij willen en kunnen deelnemen aan onze samenleving. Om hun recht daarop te respecteren is, eerder nog dan het kwijtschelden van schuld, een hervorming van ons waardensysteem nodig. Door dat te hervormen kunnen wij een einde maken aan erosie van de onze samenleving.

Het gebrek aan balans in onze samenleving wijst op een cruciaal cultureel aspect: de veranderende verbondenheid van mensen op elkaar. Die verbondenheid wordt meer en meer uitgedrukt in termen van morele schulden en verplichtingen. Wie ben ik iets verschuldigd? Wie is mij iets verschuldigd?

Maar wie bepaalt wat een schuld is en hoe deze vereffend kan worden? Waarom kan schuld alleen weggewassen met betaling? Omdat wij de waarde van waardigheid uit het oog zijn verloren!  Schuld en verplichting zijn verbonden aan economische waarde: de financiële schuld. Wat wij nu aan anderen verschuldigd zijn, wordt uitgedrukt in bedragen die enkel vereffend kunnen met neutrale valuta. Contracten, niet morele overwegingen, binden de schuldenaar aan de schuldeiser.

Het gevolg van dit alles is de erosie van de sociale samenhang. De kloof van ‘arm’ en ‘rijk’. Omdat wij het gevoel van waarde en waardigheid hebben ingeruild voor de veronderstelde objectiviteit van een munt. In de plaats van wederkerigheid stimuleren wij morele leegte. Leegte die onze samenleving uit elkaar drijft en individuen kwetsbaar maakt.

Zo kijkend naar de opgave kan schuld in plaats van vernietigend, heel constructief en helend werken. Niet door haar kwijt te schelden, maar door haar te ruilen met waarde van waardigheid. Elk mens wil iets betekenen. Voor zichzelf en voor de ander. Elk mens heeft ook zijn eigen kwaliteiten. Als wij die weer (h)erkennen en die weer ruilen gaan, dan kunnen wij de breuk in de samenleving herstellen. Zo ook kunnen wij de ons beschamende buitenspelval samen elimineren.

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.

 

 

Een gedachte over “Waardigheid als waarde

  1. Waardigheid als waarde – compliment voor dit verhaal. Schulden hebben zijn feitelijkheden waarbij de autonomie van de mens systematisch wordt afgebroken.
    Als je als mens geen energie meer hebt en volledig wordt leeggezogen door schuldeisers of derden bepalen je financiële toekomst is er geen slagingskans van zelfredzaamheid. Mijn motto als Mat Heugen Budgetcoach is “met kennis van gedrag – stabiele financiële toekomst”. Stel de mens centraal en optimaliseer de mogelijkheden.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *