Gebrek aan transparantie resulteert in ontrouw en onzekerheid

Delen:

Kunt u zich het volgende voorstellen: boodschappen doen, zonder dat je weet wat de producten die je koop kosten? Ik denk het niet. U wilt weten wat het kost. Of het de prijs waard is. Waarom dan doen wij in Nederland massaal ‘boodschappen’ in de zorg, zonder dat wij weten wat het kost? Prijzen en producten. In de wereld van de zorg is het nog altijd geen algemeen goed dat wij daar transparant over zijn. Zo leerde mij een discussie waarin ik deze week verzeild raakte.

De opdrachtgever waarvoor ik werk, samen met een consortium van organisaties voor welzijn en zorg hebben afgesproken dat de gemeente, als financier, zich minder met het “HOE” van de ondersteuning voor mensen zal bemoeien. Dat is, zo vindt die gemeente, de expertise van de uitvoerende professionals. De gemeente creëert daarbij en daarmee ook regelruimte voor de professionals. Zij bepalen – in samenspraak met de betrokken inwoners – “WAT” er aan ondersteuning nodig is en geleverd zal worden.

De gemeente en het consortium vinden het belangrijk dat alle inwoners – ook kinderen en gezinnen – zoveel mogelijk zelf kunnen kiezen van wie zij, als dat nodig is, ondersteuning krijgen. En hoe die ondersteuning er – passend bij hun situatie – uit moet zien. Dat betekent onder andere dat aanbieders geen afnamegarantie wordt gegeven, maar dat de geleverde ondersteuning wordt afgerekend volgens afgesproken tarieven.

Dat alles vraagt, zo menen betrokkenen, transparantie over resultaten, tarieven en wat dies meer zij. Voor de gemeente vanuit en omwille van verantwoord opdrachtgeverschap. Voor de inwoners, opdat zij samen met de verwijzers dan wel toeleiders – een verantwoorde keuze kunnen maken. Voor de betrokken aanbieders om een gelijk speelveld voor grotere en kleinere spelers te kunnen realiseren.

Voor inwoners en de verwijzers en toeleiders naar ondersteuning is transparantie over de tarieven ook om andere redenen belangrijk. Wanneer zij weten welke budgetten gemoeid zijn met de voorgenomen ondersteuning, kunnen zij ook af- en overwegen of met hetzelfde budget wellicht nog andere dan wel beter passende oplossingen gerealiseerd kunnen worden. Het antwoord op de vraag “Wat draagt nu werkelijk en aantoonbaar bij aan het antwoord of de oplossing?” past zeker niet altijd bij de producten en diensten die de financiers (gemeenten, zorgverzekeraars, aanbieders) hebben gecontracteerd of aanbieden.

Een besluit tot een uithuisplaatsing van een kind naar een jeugdhulporganisatie bijvoorbeeld, kost al gauw zo’n € 50.000. Wanneer je – kijkend door de ogen van het kind en de betrokken ouders – dat weet, zijn er wellicht heel andere oplossingen denkbaar. Die het kind met passende ondersteuning in de eigen omgeving kunnen laten. Want met het eerder genoemde bedrag kun je welhaast een fulltime werkende ondersteuner toevoegen aan het gezin! Natuurlijk, dit kan niet altijd. Er zijn situaties waarin een uithuisplaatsing wel op zijn plaats is. Ondanks de daarmee gemoeide uitgaven. En dat moet dan ook gebeuren. Maar voorbeelden als de bovenstaande zijn er talloos. Ik schreef daarover al eerder (zie o.a. Thomas en Grote uitgaven).

Dat vraagt van aanbieders en hun professionals dat zij meer gaan denken vanuit de wensen en behoeften van degenen die de zorg ontvangen. Zij kunnen ook helpen bij het vormgeven van de kaders voor zorgcontractering. Het kostenplaatje voor de zorg zou er wel eens heel anders, en verrassend veel effectiever, uit kunnen komen te zien als je begint te denken, met ouders en jeugdigen, over vragen als:

  • Wat heft deze inwoner precies nodig?
  • Welke aanbieder past bij die wensen en behoeften?
  • Hoeveel budget is hiervoor nodig?
  • En welke aanbieder kan en wil dit bieden?

Transparantie in de tarieven dus. Dat was en is de wens van velen. Waaronder de Consumentenbond. Ook de nu demissionair Minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil dat alle tarieven voor behandelingen in de zorg openbaar en inzichtelijk worden. Die maatschappelijke wens en gedachte, zo blijkt bij het kenbaar maken van het voornemen tot het openbaar maken van de tarieven, nog lang geen algemeen goed.

Inmiddels is er een stevige discussie ontstaan over nut, noodzaak en toelaatbaarheid van het openbaar maken van de tarieven. De Consumentenbond roept de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op om actie te ondernemen en per 1 januari 2018 de gecontracteerde tarieven van alle zorgverzekeraars openbaar te maken. De bereidbaarheid daartoe lijkt echter klein, zo ervaar ook ikzelf. Waar de een transparantie bepleit, haasten anderen zich in het op tafel leggen van argumenten daartegen.

Die laatste groep weet zich overigens gesteund door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling meent dat er sprake is van bedrijfs- en/of fabricagegegevens. Want, hoewel een prijs van een zorgproduct uitsluitend de financiële bedrijfsvoering betreft, kan – gelet op de samenhang van de prijs met de andere verzochte gegevens – de prijs ook als een bedrijfs- en fabricagegegeven worden aangemerkt. Bovendien zouden openbaar gemaakte prijzen een voorspellende waarde kunnen hebben bij toekomstige onderhandelingen.

Dit alles overziende, vrees ik dat het voornemen tot openbaarheid van de tarieven voor welzijn en zorg nog wel even een loffelijk maar vooral omstreden en onuitvoerbaar streven zal blijven. Desondanks, of juist daarom, pleit ik voor het opstellen van regelgeving om transparantie over de tarieven af te dwingen.

Bij de gewraakte ‘black-box-houding’ van aanbieders is er vooral sprake van ‘budgetsturing’ in plaats van dat wordt uitgegaan van behoefte. Daardoor ontstaat een strijd tussen gemeenten en aanbieders, omdat de tarieven heilig zijn. En dat gebeurt niet alleen over de hoofden van de betrokken inwoners heen, maar heeft ook een effect op de kwaliteit van de hulp. Kan het anders? Zeker.

In de regio West-Brabant West zijn door zorgaanbieders en gemeenten gezamenlijk cliëntprofielen  ontwikkeld voor de niet vrij toegankelijke jeugdhulp. Deze zijn gebaseerd op 9 onderscheidende zorgvraagprofielen, gecombineerd met 4 niveaus van zorgzwaarte. Bij de 36 mogelijke combinaties zijn vaste tarieven gesteld – en gepubliceerd – die gelden voor alle zorgaanbieders voor het te behalen resultaat. Deze staan los van de daadwerkelijke invulling door de aanbieder. Juist daarin ligt het onderscheidend vermogen: in uitvoering en aanpak.

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *