Éénmaal… andermaal… verkocht! Wie is de gelukkige eigenaar van de prijskoe Bertha of één van de andere dieren? Menige doortrapte koehandel loopt volkomen uit de hand. Maar wie heeft nu eigenlijk wie te pakken? Alleen wie met boerenverstand biedt en listiger is dan de rest krijgt de lucratiefste dieren in handen en wint koehandel!
De markt van welzijn en zorg heeft – helaas – steeds meer trekjes van de hiervoor geschetste koehandel. Met dit verschil: het eenvoudige handjeklap heeft plaatsgemaakt voor een brei van onbegrijpelijke en bureaucratische aanbestedingsellende. Goed voor de werkgelegenheid, maar slecht voor de zorg. Om over transparantie maar te zwijgen. Want volgens artikel 2.57 van de Aanbestedingswet mag een aanbestedende dienst vertrouwelijke informatie die hem door een ondernemer is verstrekt niet openbaar maken. Ook mogen bepaalde gegevens niet openbaar gemaakt worden (artikel 2.138) als rechtmatige commerciële belangen van ondernemers zouden kunnen worden geschaad.
Het gevolg is een koehandel waarin mensen per bosje als producten worden geveild. Zeker, je kunt het ook een zorgvuldig proces noemen. Maar feit blijft dat mensen en hun problemen worden geveild aan de laagst biedende partij. Marktwerking in de zorg is niet modern, dat is 19de-eeuws.
Het gevolg is dat zorgcowboys – tegen afbraakprijzen – het werk aannemen. Om vervolgens hun mensen zwaar onder druk te zetten en steeds minder kwaliteit leveren. En merkwaardig genoeg, menig bestuurder weet dit, maar verdedigt dit met een “we moeten reëel zijn”.
Het mag duidelijk zijn: ik ben geen voorstander van marktwerking binnen de zorg. In ieder geval niet op basis van de perversiteit die samengaat met de huidige aanbestedingsregels. Daarom ook werd ik deze week aangenaam verrast met de presentatie van een initiatiefwet tegen marktwerking in de zorg. GroenLinksleider Jesse Klaver en zorgwoordvoerder Corinne Ellemeet presenteerden zaterdag 24 februari een initiatiefwet waardoor gemeenten niet langer verplicht zijn de zorg aan te besteden.
Gemeenten zijn namelijk – volgens de uitleg van velen – verplicht om lokale zorg aan te besteden. Als het gaat om bedragen boven de 750.000 euro. Die marktwerking zorgt voor een aantal grote problemen: Door concurrentie op prijs hebben zorgverleners steeds minder tijd hebben voor hun cliënten en staan de salarissen zwaar onder druk. Daarnaast zorgen de aanbestedingen voor een bureaucratisch gedrocht wat veel tijd vraagt van aanbieders en gemeenten. Tot slot vergroot de aanbestedingsverplichting de kans dat mensen telkens met andere zorgverleners te maken krijgen. Terwijl juist in de zorg continuïteit en een vertrouwensrelatie essentiële zaken zijn. De initiatiefwet van Klaver en Ellemeet stelt daarom voor de verplichting om lokale zorg aan te besteden uit aanbestedingswet te schrappen.
Met GroenLinks, en heel veel uitvoerende professionals, directeuren en koepelorganisaties, ben ik van mening dat zorg geen markt is. En mensen in knelsituaties geen product zijn. De mensen die in de zorg werken doen dat werk vanuit hun hart: omdat ze mensen willen helpen. Maar in de wereld van het economisme verdwijnt juist die persoonlijke aandacht uit de zorg. Regels die ten koste gaan van de menselijk maat zijn sowieso niet te rechtvaardigen. Zij conflicteren met de beleidsuitgangspunten die maatwerk beloven.
In gemeenteland is het nu verkiezingstijd. Tegen de kandidaat-gemeenteraadsleden – en daarna zeker ook de kandidaat-wethouders – zeg ik daarom: Waar een weg is, is slechts een politieke wil nodig! Want los van de vermeende aanbestedingsplicht: er is een alternatief. Gemeenten hebben een alternatief. Zij kunnen namelijk ook besluiten de lokale welzijn en zorg te subsidiëren. Het vergt misschien wat lef en creativiteit. Maar het kan.; zo leert ook de praktijk. Kijk maar eens naar de gemeente Wijchen (www.rondomwijchen.com). Daar werken zo’n honderd grotere en kleinere spelers in coöperatief verband samen voor het welzijn en de zorg van de Wijchenaren. En dat alles op basis van subsidieafspraken. De raad wilde het, de professionals, de Wmo-raad, de aanbieders van welzijn en zorg en de professionals; iedereen wilde het.
Het is nu aan minister Hugo de Jonge (VWS) om kleur te bekennen. Als wethouder sprak hij zich al eerder uit tegen de verplichte aanbesteding. Hij zit nu op de stoel die daarover een beslissing kan voorbereiden en verdedigen. Hij kan wat nieuws afspreken. Want, wat zijn wetten uiteindelijk meer dan gezamenlijke afspraken? Natuurlijk, de preciezen en behoudzuchtigen zullen de standaard riedel opdreunen om met juridisch geneuzel zand te strooien in de machine van verandering: “Nee, de wet zegt dit.”, “Nee, kan niet juridisch me zus en me zo”. Naar de letter hebben zij wellicht gelijk. Maar de bedoeling van de wet was en is toch echt anders.
Gelukkig zijn er (Europese) regels over gelijke behandeling voor bedrijven. Maar in de zorg gaat het niet om een economisch belang. Daar moet het gaan over (het belang van) mensen. Ik, als inwoner, kind, partner, ouder en grootouder zou een opstand ontketenen tegen elke pretentie bij welke bestuurder dan ook die mij beschouwt alsof ik zijn ‘handel’ kan zijn. Daarom ook zeg ik tegen de binnenkort nieuw gekozen gemeenteraden: “Zullen we eens wat nieuws afspreken?”
- De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior-adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.
- Meer blogs en ideeën zijn te vinden op Verruim de horizon, De kracht van het alledaagse en Inspirituals