Waarom is de homo-top 100 geen en zwarte Piet wel een uiting van discriminatie? Zwarte Piet – zeggen de tegenstanders – is een racistische stereotype van de zwarte mens. De homo top 100 is dat kennelijk niet. Maar wat is of waar zit dan het verschil?
Voor de duidelijkheid: ik heb niks tegen de homo top 100. Vraag mij alleen af of het – naar de letter van de definitie van discriminatie – eigenlijk wel geoorloofd is. Het is immers een lijst, gebaseerd op een stereotype denken over de muzieksmaak van homo’s! Toch zijn wij in Nederland trots op onze roze top 100. Onder het mom van “Kijk ons eens tolerant zijn….?”
Maar waarom mag (of moet) ik dat wel goedvinden, maar bezondig ik mij aan rassendiscriminatie als ik mij een fan van Zwarte Piet betoon? Wanneer is er nu sprake van discriminatie en wanneer is er ‘gewoon’ sprake van ‘andere voorkeuren’?
Ik weet mij – met plezier – onderdeel van een veelkleurige samenleving. Heb vrienden en vriendinnen van zeer uiteenlopend pluimage. Ik ken en heb ook mensen in mijn omgeving waarmee ik niks heb. Vanwege hun denkbeelden, hun doen en laten dan wel hun levensstijl. En ja, ik denk of zeg daarover wel eens iets. Niet, omdat ik vind dat iets niet mag of kan. Wel, omdat ik duidelijk wil maken dat het niet mijn keuze is, of mijn smaak dan wel levensstijl. Kortom, ik ontkom er niet aan: bewust of onbewust, ook ik discrimineer. Gewoon, op basis van persoonlijke voorkeuren.
In een moderne en beschaafde samenleving waarin een ieder – ongeacht kleur, geloof, etniciteit of seksuele geaardheid – vrij is om zijn mening te geven, moet dat ook kunnen. Denk en vind ik.
Discriminatie, zegt mensenrechten.nl – is het ongelijk behandelen, achterstellen of uitsluiten van mensen op basis van (persoonlijke) kenmerken. Er kan bijvoorbeeld onderscheid worden gemaakt op afkomst, sekse, huidskleur, seksuele voorkeur, leeftijd, religie, handicap of chronische ziekte. Maar, zeggen zij ook, niet alles is discriminatie.
Er zijn ook situaties waarin het niet verboden is om onderscheid te maken tussen mensen. Iemand weigeren voor de functie van receptionist, omdat hij of zij de taal niet goed genoeg beheerst, is bijvoorbeeld geen discriminatie.
Discriminatie is dus niet het maken van onderscheid, maar van verboden onderscheid. Je verstaat er onder dat je iemand anders en slechter behandelt, zonder dat daar een goede reden voor is. Tegelijkertijd echter mag positieve discriminatie – anders en beter behandelen dus – weer wel!
Best wel lastig. Want als ik de een anders en beter mag behandelen, is de consequentie ervan dat ik een ander anders en slechter behandelen mag!
Niemand – ook ik niet – wil gediscrimineerd worden. Niemand – en dat geldt ook voor mij – wil van discriminatie beschuldigd worden. Zo langzaam maar zeker echter, is discriminatie wel een spelletje Russisch roulette geworden. Door teveel tolerantie en een grenzeloos respect.
Om op een prettige manier met elkaar samen te leven is het belangrijk dat je leeft volgens je eigen normen en waarden, maar ook volgens de normen en waarden van de samenleving. Dat vraagt ook om de bereidheid je te verdiepen in wat mensen met een andere achtergrond denken en doen. En je hoeft dat denken niet altijd te begrijpen, maar je kunt wel proberen om het te tolereren of te respecteren.
Tolereren is anderen toestaan zich te gedragen, te uiten en te leven zoals zij dat willen, zonder enige inmenging. Respecteren is ruimte bieden aan de ander of aan diens gedachtegoed. Respect en tolerantie hebben echter ook hun grenzen. Ik, en de samenleving waarvan ik deel uitmaak – hoeven en willen geen respect hebben voor uitingen die wij niet tolereren. Die grenzen hebben alles te maken met normen en waarden.
Normen en waarden gaan over het onderscheid tussen goed en kwaad, juist en onjuist, en wat acceptabel of onacceptabel gedrag is voor en in onze samenleving. Wie zich aan die normen en waarden niet wil conformeren, bijvoorbeeld omdat het eigen gedachtegoed dat niet toelaat, loopt het risico van uitsluiting. Hij of zij zal anders dan anderen bejegend – en dus gediscrimineerd worden.
Wellicht dus, moeten wij vaststellen dat ‘discriminatie’ eigenlijk een verouderd woord en begrip is. Het woord en begrip hebben een kwade reuk gekregen. Vanuit de oorspronkelijke gedachte is dat meer dan terecht. In de wereld van nu echter is – zo vrees ik – de oorspronkelijke betekenis in toenemende mate en te ver doorgevoerd.
De kleurrijke samenleving waarvan ik deel uit mag maken, kent talloze achtergronden en gevoelens Als wij daarop het algemene begrip ‘discriminatie’ loslaten, wordt het heel snel ridicuul. Anders gezegd: onze veelkleurige samenleving is alleen volhoudbaar, als er ruimte is, mag en moet zijn voor ‘de kunst van gepaste discriminatie’.
Exacte weergave van hoe ik tegen het meest te pas en onpas gebruikte begrip discriminatie aankijk. Ieder mens discrimineert in meerdere of mindere mate van altijd tot wel eens. Zelfs door iemands mening en daardoor de persoon af te wijzen, discrimineer je diegene.
De beschuldigers stinken altijd naar hypocrisie.
Overigens even vanuit een wat verwaarloosde invalshoek.
Waar komt dat discrimineren en in groepen indelende van de mens vandaan? Ik kijk bij die vraag naar onze even primaten in de natuur. Wel eens gezien hoe een groep chimpansees reageren wanneer er een solitair in hun buurt ontdekt wordt door een uit een hechte groep? Zelfs een onschuldig weesje wordt meestal onmiddellijk als indringer gedood. De mens heeft zichzelf tot een super wezen verheven, die met zijn verstand de dierenwereld de baas kan zijn. Heeft in die waan verkerend iedere zin voor de natuurlijke oorzaken verloren. Door ons verbaal te wapenen tegen o.a. de natuur in de mens, vecht de mens tegen de natuur! Is dat ten alle tijde wijs?