Eén hervormingsagenda voor één sociaal domein

Delen:

Echte transformatie binnen het sociaal domein betekent en vraagt dat gemeenten hulp aan hun inwoners integraal organiseren. Dat zij daarop sturen en op de resultaten aanspreekbaar zijn. Want als je door de ogen van burgers kijkt zien zij 1 overheid en 1 sociaal domein. Dat wij dat aan de achterkant anders organiseren zou niet de zorg van burgers moeten zijn. Dit vraagt van alle betrokkenen om de ondersteuning van inwoners ook daadwerkelijk integraal – over domeinen heen – vorm te geven. Het vraagt ook om een intensievere samenwerking met aanpalende domeinen zoals onderwijs, wonen, arbeid en bestaanszekerheid. Dat vraagt om méér dan een hervormingsagenda voor de jeugdhulp alleen. Alleen dan komen we beter tot de kern van de opgave en bereiken we meer dan symptoombestrijding.

De idee achter de Hervormingsagenda Jeugd is behartigenswaardig, maar als wij de jeugdhulp als apart kolom blijven bekijken – zonder verbinding met de andere kolommen, zonder verbinding met inkomen of schuldenproblematiek bijvoorbeeld – dan zijn we vooral symptomen aan het bestrijden. Natuurlijk is het een goede zaak als een gemeente een jeugdige helpt met passende ondersteuning. Alleen: nemen wij de oorzaak van de aanleiding tot ondersteuning of zorg daarmee weg? Of bestrijden wij slecht de symptomen? Wil je mensen duurzaam laten meedoen, dan is het zaak om de oorzaak van hun belemmeringen te vinden. En om die te vinden, is een brede, integrale blik nodig.

Wie naar de thema’s (reële tarieven, reikwijdte en preventie, toegang, kwaliteit en effectiviteit, kennis, leren en ontwikkelen, regionalisering, inkoop en administratieve lasten, data en monitoring) van de Hervormingsagenda Jeugd (in ontwikkeling) kijkt, kan met een beetje creativiteit vaststellen dat deze thema’s niet alleen aandacht vragen bij de organisatie van betere jeugdhulp. Eigenlijk zijn het thema’s die sociaal domein breed spelen én aandacht vragen.

Het gewone leven als vertrekpunt, maakt dat er beter gewerkt wordt aan wat inwoners willen dat er gebeurt in hun leven én in hun eigen woonomgeving.

Wanneer het gewone leven als vertrekpunt wordt genomen dan kan er beter gewerkt worden aan wat inwoners willen dat er gebeurt in hun leven én in hun eigen woonomgeving. Zo zijn er heel veel hulpbronnen in de eigen omgeving (straat, buurt, wijk, gemeente) die ingezet kunnen worden, niet omdat ze zo speciaal zijn, maar juist omdat het gewone voorzieningen voor iedereen zijn. De ondersteuning richt zich op de context waarin iemand verkeert en daarmee vooral over de toegang tot deelname aan de samenleving. Met de eigen talenten en mogelijkheden als vertrekpunt.

Er zijn pareltjes van voorbeelden: gemeenten die nu al goede resultaten boeken met de integrale benadering en organisatie van het hele sociale beleid, inclusief de Wmo, schulddienstverlening en de Jeugdwet. Bij het komen tot een integrale aanpak – nu essentieel voor gemeenten – helpt het door te vertrekken vanuit de leefwereld van de inwoner in zijn context. Als daarbij opgaven of problemen spelen, helpen de volgende uitgangspunten:

  1. Er is altijd sprake van een integrale en systeemgerichte benadering. Ofwel: Er wordt altijd gekeken naar alle leefdomeinen en andere leden van het huishouden.
  2. Ondersteuning kan zich richten op individu of een (bepaald lid van het) huishouden, en draagt bij aan het functioneren van het huishouden als geheel. Er zijn wettelijke en beproefde methoden om dit objectief, te bepalen.
  3. Het huishouden of individu is in beginsel zoveel mogelijk zélf in regie op de ondersteuningsvraag en de oplossing daarvan.
  4. Dat wat het huishouden of individu zelf als probleem en oplossing benoemt, is het uitgangspunt bij het vinden van passende ondersteuning.
  5. Bij een bedreiging van de veiligheid van het individu of (één of meer) leden van het huishouden en/of de omgeving kan worden besloten tot ondersteuning in het dwangkader.
  6. De ondersteuning duurt zo kort als mogelijk en zo lang als noodzakelijk.
  7. Begin bij het begin: Duurzame – en beter betaalbare – antwoorden zijn te vinden in het voorzien in de basale leeftijdsbehoeften. Maak een fatsoenlijk inkomen mogelijk, zorg voor een opgeruimd en betaalbaar huis. Heb oog voor de deelname van de inwoner/het huishouden aan de samenleving. En ja, realiseer je dat “doen wat nodig is” andere eisen stelt aan bestuurders en managers. Zij moeten naast de bestaande werkpraktijk een andere werkpraktijk mogelijk maken met andere besturings- en verantwoordingsprincipes en een ander samenspel onderling.

Helder uitgangspunten toch? Het helpt om daarbij eerst en vooral te luisteren naar de verhalen van de mensen zelf. Al luisterend kunnen we niet alleen heel veel leren, maar passeren vaak ook prachtige – en haalbare en betaalbare – antwoorden.

Twijfelt u eraan of dit wel kan? Pas dan eens ‘de omgekeerde toets’ toe. Hierbij kijkt u allereerst naar dat wat nodig is. En of dat past binnen de grondwaarden van de diverse wetten of de geldende (lokale) regelgeving. Daarbij weegt u de mogelijke effecten van een besluit in de volle breedte mee. Pas als dit helder is, komt de juridische toets. Hierbij gebruikt u de wetsartikelen als instrumenten om de grondwaarden van de wetten te realiseren. Zo blijkt niet zelden maatwerk mogelijk zonder dat het leidt tot willekeur. Immers, de grondwaarden van de diverse wetten binnen het sociaal domein zijn gelijk. Dit maatwerk is toetsbaar in bezwaar en beroep en voor de accountant. En volledig in lijn met de bedoeling van de wetgever. Zo ook kunnen gemeenten zowel betere hulp voor inwoners als minder maatschappelijke kosten mogelijk maken. En dat moet iedereen aanspreken!

Leergang ‘Sociaal Domein op Stoom houden’

Deze blog maakt deel uit van de leergang ‘Sociaal Domein op Stoom houden’ – voor (nieuwe) wethouders en raadsleden. Van 14 tot 16 maart 2022 vinden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Dit betekent dat er waarschijnlijk nieuwe wethouders en raadsleden aantreden met het sociaal domein in hun portefeuille. Om bij te dragen aan een vliegende start voor deze nieuwe bestuurders en raadsleden hebben wij een leergang ‘Sociaal Domein op Stoom houden’ ontwikkeld. De verschillende onderdelen van de leergang komen gefaseerd beschikbaar. In juni is de complete leergang als e-learning te vinden op de website van het Ketenbureau i-Sociaal Domein.

De auteur, Peter Paul J. Doodkorte is senior-adviseur bij Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor overheden en organisaties werkzaam binnen het sociaal domein. Meer van zijn blogs en ideeën zijn te vinden op Verruim de horizon, De kracht van het alledaagse en Inspirituals

Peter Paul Doodkorte is een van de (acht) regioadviseurs die samen het landelijk werkende Regioteam Opdrachtgever-/opdrachtnemerschap Wmo en Jeugdwet vormen. Het Regioteam ondersteunt gemeenten én aanbieders bij het werken volgens de bedoeling en opereert namens het Ketenbureau i-Sociaal Domein dat wordt aangestuurd door een Stuurgroep Hierin hebben naast de zorgbranches (Actiz, GGZ Nederland, Jeugdzorg Nederland, Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland en Valente) ook vertegenwoordigers vanuit de gemeenten, de VNG, en VWS, als stelselverantwoordelijke, zitting hebben. De regioadviseurs beschikken over een breed palet aan producten en diensten, instrumenten, opleidingen en praktijkvoorbeelden. Daarnaast hebben ze toegang tot een groot netwerk van experts, ervaringsdeskundigen en een rechtstreeks lijntje met ‘Den Haag’.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *