Een kip die een spiegelei legt

Delen:

“Het toppunt van narcisme: Een kip die een spiegelei legt.” Met dat citaat maakte onlangs een goede vriend mij deelgenoot van een persoonlijk dilemma. Hij vertelde hij mij dat hij er sedert 2 jaar achter is dat hij voor een narcist werkt: “Mijn baas is een ramp: lomp, zonder visie, geen steun, gelijk een trap na. Ik heb altijd het gevoel dat ik aan het kortste eind trek, dat ik me verschrikkelijk moet inspannen en het dan nog niet goed genoeg doe. Ik worstel er al ruim een jaar mee en het kost me zo verschrikkelijk veel emotionele energie. Hoe kan ik toch prettig met hem samenwerken?

Die vraag, die ik ook wel ken uit mijn werkpraktijk als adviseur en coach, hield mij bezig  toen ik afgelopen week kennis nam van een aantal artikelen in Medisch Contact over huisartsen die lijden aan autisme. En ik  hoor het u denken: “Een huisarts met autisme. Dat kan toch niet?”  Toch kan het. Getuige de verhalen van een tweetal huisartsen in eerder genoemd blad (december 2016/januari 2017).

Kauwend op de inhoud en strekking van de verhalen van deze huisartsen moest ik denken aan die eerder door mijn vriend gestelde vraag. Nadere overdenking en onderzoek (Google, 81.400 resultaten in 0,64 seconden), leerden mij dat bepaalde vormen van autisme (in het bijzonder Asperger) en narcisme veel verwantschap vertonen. En dat de verzuchting “Mijn baas is een autist/narcist”  beslist niet éénmalig voorkomt.

In alle gevallen wordt geduid op personen die beschikken over een combinatie van bovengemiddelde tot hoge intelligentie, afgevlakte emoties, en een sterk op zichzelf gerichte houding. Eigenschappen die elkaar bovendien kunnen versterken en in stand houden.

Tot zover de analyse. Maar dan. Hoe ga je met dit type mensen om?

Het omgaan met autisten of narcisten is niet gemakkelijk, zo leerde mij mijn onderzoek. Het zijn mensen wier werkwijze vaak nuchter en pragmatisch is, maar die in het sociale contact als een hork worden ervaren: “Hij/zij heeft geen flauw benul van wat er in de omgeving omgaat en is niet gevoelig voor de behoeften van zijn medewerkers/werknemers. Verandering en vernieuwing zijn uit den boze.”  Ze zijn arrogant, vinden zichzelf enorm belangrijk, geloven dat ze bijzonder zijn en over unieke talenten beschikken, lijden soms aan grootheidswaanzin, zijn manipulatief en kennen geen empathie.

Uit Amerikaans onderzoek, uitgevoerd aan de universiteit van Georgia, bleek dat narcisten inderdaad slecht zijn in relaties. Zij kunnen weliswaar charmant en vol zelfvertrouwen overkomen, en daardoor snel allerlei mensen aan de haak slaan, maar tegelijkertijd blijken ze er zelden in te slagen een langdurige relatie op te bouwen. Zij zijn egoïstisch, manipulatief, ontrouw en machtswellustig in relaties. Ook Timothy Judge, organisatiepsycholoog en verbonden aan de University of Florida, constateert dit: “Dit type mensen zijn vaak extreem competitief, egoïstisch, manipulatief en exhibitionistisch. Ze omringen zichzelf graag met volgelingen die zij als minderwaardig beschouwen. Geconfronteerd met uitdagingen of tegenslag hebben ze de neiging degenen die ze als bedreiging beschouwen (en ze hebben nogal snel het gevoel dat ze  bedreigd worden) af  te kraken en te ondermijnen.’  Tegelijkertijd zijn het personen die vaak wel het grote geheel overzien, een sterke visie hebben en mensen achter hun denkwijze weten te scharen. Alleen zijn ze niet goed in samenwerken met anderen en dat breekt uiteindelijk op. Van de niet zelden goede eerste indruk blijft weinig over zodra mensen door krijgen hoe het werkelijk zit. En ja, het kan dus best moeilijk zijn om met dergelijke personen te werken.

Er zijn geen behandelingen, inclusief pillen, voorhanden om iemand hiervan te ‘genezen. Autisme noch narcisme kunnen afgeleerd worden. Hoogstens een beetje onder controle gebracht. Dat is, helaas, het slechte nieuws. Maar, het kan beter worden als je probeert je in de wereld van de betreffende persoon in te leven. Een paar welgemeende adviezen daarvoor:

  • Wees duidelijk en zo min mogelijk dubbelzinnig tegen je collega of baas;
  • Bied structuur en beperk onverwachte prikkels;
  • Geef ruimte voor wat zonderling gedrag;
  • Kom er achter wat de agenda is en help die te verwezenlijken;
  • Besef en erken dat ze briljant, charismatisch en inspirerend kunnen zijn;
  • Begin feedback altijd met een compliment;
  • Gun hem of haar het podium – alles draait rond zijn of haar succes en niet rond het jouwe;
  • Noteer alles zodat je later niet de schuld kunt krijgen.

Verder moet je je realiseren en accepteren dat je in de relatie met zo een collega of leidinggevende altijd erkenning en waardering zult missen. Successen moet je vooral zelf vieren. Vernieuwing is een probleem voor mensen die hechten aan routine en wars zijn van verandering. Overval hen daarom nooit met briljante ingevingen, maar presenteer je idee op een vast moment en zo concreet mogelijk.

Dit alles geleerd hebbend formuleerde ik mijn uiteindelijk advies aan mijn vriend tweeledig. Voor de kortere termijn: wees alert en gebruik je intuïtie. Geef precies wat nodig is. Dan heb je namelijk de minste tegenstand. En voor de langere termijn: Bescherm jezelf. Ga dingen doen die je leuk vindt en trakteer jezelf op een betrokken en betrouwbare leidinggevende. Want vergeet niet, beter een goede baas dan een goede baan.

Een gedachte over “Een kip die een spiegelei legt

  1. Beste Peter Paul J.,
    Las met interesse je artikel over jouw vriend met de narcistische baas. Er zijn helaas meerdere ’trumpers’. Het prachtige en zeer leerzame boekje “zo ben ik nu eenmaal” van Prof. Van der Does is in dit kader een echte aanrader. Bovendien prachtig geïllustreerd door Peter van Straaten. MVG, ThomTV

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *