Een slechte actie vindt altijd goede argumenten

Delen:

Werkers in de jeugdzorg wordt gevraagd maandag 3 september 2018 je vrij te houden voor een grote jeugdzorgmanifestatie in Den Haag! Waarom? Omdat er een eind moet komen aan de enorme werkdruk en administratieve last. De organiserende vakbond – FNV – eist  minstens € 750 miljoen extra voor de jeugdzorg, minder administratie en minder aanbestedingswaanzin. Tijd om actie te ondernemen!

Sta ik hier achter? Ja, en nee. Het is zeker tijd om in te grijpen! Ik begrijp nut en noodzaak. Voor de toekomst van het vak, voor gezond en prettig werken en voor kwaliteit voor het kind! Maar de eisen – lees oplossingen – die (voor-)gesteld worden, zijn wat mij betreft wel van de nodige kanttekeningen te voorzien.

  1. Regeldruk begint bij vaak bij onszelf

Zeker, de administratieve regeldruk is groot en moet binnen de zorg omlaag. Daarmee ben ik het eens. Een overmaat aan regeldruk kost veel geld, beperkt het werkplezier van medewerkers, leidt tot hogere werkdruk en heeft daarmee een negatief effect op de kwaliteit van en tijd voor zorg.

Ondanks alle initiatieven om de regeldruk terug te dringen, is de administratieve belasting de afgelopen jaren niet aantoonbaar verminderd. Wat zeg ik?  De regeldruk is gestegen, onder meer als gevolg van de decentralisaties in 2015. Maar niet alleen de overheid, uitvoeringsorganisaties en toezichthouders veroorzaken die regeldruk veroorzaken. Zij komt ook voort uit eigen interpretatie van die regels door zorgorganisaties zelf. Bovendien leggen zij zichzelf en haar professionals ook allerlei aanvullende regels op. 80% van de gewraakte regelgeving komt niet van de landelijke overheid, maar wordt in de weg naar en op de werkvloer bedacht door de mensen zelf. Om het voor hen beter beheersbaar te maken.

Mijn advies: bestuur de regels om het beste middel te vinden om ze te overtreden!

  1. Aanbestedingswaanzin: verkeerde mensen vragen verkeerde dingen

Aanbestedingen zijn bedoeld om de beste partij te zoeken voor het leveren van zakelijke producten en diensten. Wie wel eens een aanbestedingsdocument heeft gezien, weet hoeveel werk daarin gaat zitten. 30 tot 50 pagina’s is het minimum. Zo een document wordt vervolgens verspreid onder mogelijke aanbieders, zij krijgen de kans om vragen in te dienen en vervolgens dienen zij een voorstel te schrijven conform een specifiek format. Deze voorstellen wordt vervolgens gewogen tegen vooraf opgestelde criteria en daaruit volgt een keuze voor een aanbieder. Dat lijkt heel eerlijk en efficiënt, maar niets is minder waar. Waar een aanbesteding geschikt kan zijn voor het inkopen van standaardproducten, is het ronduit ongeschikt voor alles waar creativiteit, inzicht en menselijk talent bij nodig is. Na zo’n 40 jaar werken in de zorg weet ik dat de beste ideeën voor ontstaan in dialoog. Juist een diepgaand en goed gesprek over de situatie en wensen voor de toekomst brengt nieuwe inzichten en mogelijkheden naar voren. Dingen die noch de inkopende organisatie noch de aanbieder hadden kunnen bedenken. Dat is bij uitstek iets dat samen, in gesprek moet gebeuren. Hoe eerder in het proces deze dialoog plaatsvindt, hoe beter de oplossingen worden. Een aanbestedingstraject legt de vraag en aanpak eenzijdig en gedetailleerd vast voordat er ruimte is voor een dialoog met de aanbieders. Dit is een verarming van het proces en zorgt voor en minder kwalitatief aanbod dan mogelijk zou zijn met zo een dialoog.

Het beste recept voor een succesvol systeem? Werk samen met partners waarmee je eerder succesvol hebt samengewerkt. En dat kan bij aanbesteden niet, omdat de beste partner op papieren criteria wordt gekozen, met papieren antwoorden, en een technocratische rekensom waar ‘de beste’ uit rolt. (Zie ook: De speld op de mouw regeert)

  1. Geld is niet het grootste probleem, maar ons gebrek aan samenwerking

Het onderwijs heeft een ernstig tekort aan leraren. De jeugdhulp barst uit zijn voegen. Passend onderwijs wringt. Er zijn veel knelpunten bij onderwijs en jeugdhulp. Met een onmiddellijk roep om meer geld als gevolg. Terwijl de oplossing niet ligt in meer geld. De echte oplossing? Sla de handen ineen. Wij hebben samen de opdracht om de verschillende speelvelden met elkaar te verbinden en de plannen over en weer af te stemmen.

Samenwerking ligt voor de hand omdat de doelstelling dezelfde is, namelijk: bevorderen dat kinderen en ouders die behoefte hebben aan hulp bij het opgroeien, de opvoeding en het onderwijs (kosten-)effectiever, sneller en preventiever ondersteuning krijgen. Tegelijkertijd moet er een eind komen aan de explosieve groei van gespecialiseerd onderwijs en gespecialiseerde zorg. Deze hulp moet zoveel mogelijk in en met de eigen sociale omgeving geboden worden. Het aantal hulpverleners met wie ze te maken hebben, wordt tot een minimum beperkt.

Het veronderstelt een transformatie – zoals dat heet – waarbij de eigen verantwoordelijkheid en het probleemoplossend vermogen van ouders en kinderen versterkt worden. Vaak gaan onderwijs en de jeugdzorg over dezelfde jeugdigen. Veel problemen van jeugdigen spelen namelijk zowel thuis als op school als in de vrije tijd, maar worden veelal door verschillende diensten en hulpverleners opgepakt. Wij kunnen, nee moeten een eind maken aan deze versnippering en verkokering. Een integrale aanpak waarbij de verbinding wordt gelegd tussen jeugdhulp en het (passend) onderwijs is een belangrijke randvoorwaarde voor het welslagen van geformuleerde ambities.

Kleinere klassen, minder werkdruk, effectieve aandacht voor ouders en kinderen en minder jeugdzorg. Het valt allemaal te realiseren. Niet met meer geld, maar door bestaande budgetten slimmer toe te delen. Anders gezegd: hevel een belangrijk deel van de jeugdhulp over naar het onderwijs. Ouders voeden hun jeugdigen immers niet in hun eentje op. De school, voorzieningen als opvang, jeugdwerk en sport dragen eveneens bij aan de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Die zijn nu onvoldoende op elkaar gericht/ Kan het? Zeker, als wij elkaar zo gek krijgen het gewoon te doen! (zie ook: Doe eens gek, doe normaal!)

Het risico van de voorgestelde manifestatie is dat het meer van hetzelfde is. Dat de eisen in de postvakjes terecht komen van politici en bestuurders Waarin soortgelijke verzoeken liggen vanuit talloze andere hoeken. Met als resultaat: teleurstelling en energieverlies. Gewoon, omdat niet alle wensen ingewilligd, want betaald kunnen worden. Ik ben niet tegen actie. Maar protesteren is niet genoeg. Natuurlijk, voor elke actie vinden wij altijd wel goede argumenten. Maar de beste actie is dat te doen wat haalbaar is en beter voor onze toekomst!

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior-adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *