Let’s twist again

Delen:

Als jong jochie smulde ik op school van de verhalen over de Hoekse en Kabeljauwse twisten. De strijd tussen verschillende facties (politieke groeperingen) binnen de elite van het graafschap Holland. Zij begonnen met het kinderloos overlijden van de Hollandse graaf Willem IV in 1345 en duurden die tot ver in de vijftiende eeuw. Het conflict om de hoogste macht in het graafschap leidde tot spanningen en mondde in 1349 uit in een oorlog. Het woord ‘twist’ had destijds voor mij een heel milde klank. Wellicht omdat in mijn jeugd de twist hoogtij vierde.

De twist is een dans; ontstaan in het begin van de 60-er jaren. Bij de twist (van het Engels: draaien) wordt door het bovenlichaam een draaiende beweging gemaakt, waarbij de gebogen armen worden opgetild. Ondertussen maakt het onderlichaam een tegengestelde beweging. Men dient daarbij tegelijk de benen iets gebogen te houden (alsof men een beetje hurkt). Ieder danst individueel; de dansers raken elkaar niet aan.

In mijn jonge jaren twistte ik dus wat af. Frank en vrij als een vogel. Op twistnummers als ‘Let’s twist again’ (Chubby Checker) ‘Twistin” (Sam Cooke) en ‘Twist and shout’ (The Isley Brothers). Nooit legde ik het verband met strijd en oorlog.

Vandaag aan de dag is dat wel anders. Dagelijks word ik overspoeld met twisten tussen mensen en volkeren. Ze maken mij – en vele anderen – er niet vrolijker op. Ik word er onzeker en banger van. Want, zo wordt verteld: de wereld staat in brand. En voor wie door een aanslag, een overval of een bombardement wordt geraakt, is dat natuurlijk ook zo. De werkelijkheid echter staat haaks op mijn intuïtie. Blijkt uit de koele cijfers.

Europa – Nederland incluis – is een heel stuk minder gewelddadig dan, pak ‘m beet, 25 jaar geleden. Misschien was er wel nooit zo weinig geweld dan vandaag. Bovendien worden onze oorlogen minder dodelijk. In de jaren ‘50 stierven wereldwijd 22 op de 100 duizend mensen door oorlogsgeweld, inclusief terrorisme. In de jaren ’80 zakte dat tot vijf. En vandaag staat de teller op 1,5 oorlogsdode per 100 duizend mensen. En ook al is nog steeds elke dode er een teveel, juist deze daling in oorlogen en oorlogsdoden is ronduit bemoedigend.

Voor ‘gewone’ moord en doodslag, wereldwijd, gelden vergelijkbare cijfers. In de meeste landen, zo ontdekten criminologen, daalt het aantal moorden jaar, jaar uit. In Nederland zijn vorig jaar (2015) 120 mensen omgekomen door moord of doodslag. Dat aantal is in de afgelopen twintig jaren niet zo laag geweest.

Hetzelfde geldt voor de Europese Unie: in de afgelopen 15 jaar, van de aanslagen op elf september 2001 in New York tot en met de aanslagen in Brussel van maart 2016, stierven in de EU 577 mensen door terroristisch geweld. In periode 1985 tot 2000, dus uit de 15 jaar die daaraan vooraf gingen, vermoordden terroristen in Europa echter nog 2.120 mensen. En dat waren dan de jaren die we ons herinneren als de saaie jaren ’80 en de optimistische jaren ’90.

En toch dreigt angst als moeder van mijn moraal. Een gevoel van onbehagen, dreiging en gevaar Omdat wat er precies gebeurt nauwelijks te bevatten valt. Hoe groot is het? En wie zitten erachter? Als ik niet oppas brengt het mijn eigen leven in crisis. En wie in crisis verkeert, vertrouwt niet meer op het gesprek, de dialoog. Omdat de belangrijkste voorwaarde daartoe – het vertrouwen – teloor is gegaan.

Juist daarom is angst – hoe begrijpelijk ook – een slechte raadgever. Het is zonder meer de belangrijkste en machtigste emotie. En juist daardoor ook de belangrijkste bron van wreedheid. Omdat zij sterker is dan wapens. Wanner het niet lukt om de angsten te overwinnen, dan zal op den duur brengen wat ik vrees: haat. Dan zal de angst zelf angst en verdoemenis zaaien. De ongeregeldheden op diverse plekken in Nederland rond de vestiging van asielzoekerscentra zijn daarvan een voorbeeld.

Zij komen niet voort uit vreemdelingenhaat. Dat geloof ik niet. De overgrote meerderheid van de mensen heeft niets tegen asielzoekers. Het is de angst voor het onbekende. Het niet weten van wat er precies gebeurt. Mensen houden gewoon niet van verandering. Als antwoord trekken wij ons angstig terug in een gedroomde identiteit die de ander en het andere, buiten de orde stelt.

Het is waarschijnlijk daarom dat ik mij dezer dagen opnieuw aangesproken voel door de woorden van Nourdin el Ouali. Hij is een Rotterdammer. Vader, pedagoog, docent, mensenrechtenactivist en politicus. Hij pleitte – vorig jaar alweer – voor een ‘revolutie van vertrouwen’. Als antwoord op de tsunami van angst. Wederzijdse kennis en samenwerking zal het vertrouwen doen groeien. En daarmee ons gevoel van veiligheid. Zonder dat zal angst het leven in een staat van beleg houden, en juist daardoor haar verworvenheden doen verliezen.

Ik herhaal Nourdin’s oproep van harte. Met een zeker gevoel van urgentie. Want erger en vernietigender dan oorlog is de bittere angst ervoor. Daarom wil ik elkaar en de wereld met een warm hart en een koel hoofd tegemoet blijven treden. Gewoon, omdat mijn angst niets verandert aan het verdriet van gisteren en vandaag. Zij lost ook de problemen van morgen niet op. Juist daarom is het de moeite waard haar te overwinnen. Opdat ik, als dat jongetje dat ik ooit was, weer ouderwets kan twisten. Met jou en de wereld het genoegen ervaren een vrij mens te zijn.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *