Maak facelift een extreme make-over

Delen:

Regelmatig krijg ik transformatieplannen voor het sociaal domein onder ogen. Over  het algemeen staan er prachtige ambities in. Vaak zijn het een nobele namen voor de behoefte aan meer geld. Waarbij steevast de piramide opduikt. De piramide is een schematische weergave van de manier waarop gemeenten hulp en ondersteuning willen organiseren van breed naar smal. Het is juist die piramide die de beoogde beweging – het gewone leven als basis – in de weg staat. “Slopen dat ding”, zeg ik daarom. Ik pleit voor een fundamenteel andere grondplaat.

Met regelmaat ben ik deelnemer aan of getuige van gezapige discussies over hoe wij nu toch echt vorm en inhoud kunnen geven aan de omvorming (transformatie) binnen het sociaal domein. Een interessante vraag maar het gesprek hierover loopt vaak stuk op wat ik onze omo-cultuur noem. U kent ze wel, die waspoeders die ons toeschreeuwen dat ze ‘vernieuwd’ zijn. Omdat er een zeker bestanddeel, een accent, gewijzigd is. En dat presenteren wij dan ‘vernieuwd’, anders dan anders. Want wij Nederlander ogen graag vernieuwend, maar dat ‘andere’ moet wel vertrouwd, bekend en herkenbaar zijn. De piramide die wij hanteren binnen het sociaal domein helpt ons daarbij.

De piramide denkt in en is opgebouwd uit disciplines en expertises. Hoe hoger je in de piramide zit, hoe specialistischer en exclusiever – dus duurder – het aanbod. Bij het streven naar beheersing van de kosten is het de bedoeling de onderste laag (ondersteuning zo kort, zo licht en zo dichtbij als mogelijk) te laten groeien. Ten koste van de hogere c.q. duurdere lagen. En daar doemt het grootste obstakel voor de beweging op.  Die hogere lagen willen best veranderen, maar dan wel op een wijze die zo dicht als mogelijk bij het huidige werkwijze en de bijbehorende (hoge) vergoedingen ligt. Er worden daardoor wel accenten verlegt, maar echte veranderingen komen niet tot stand. Bij dit alles is er een ander typisch Hollands fenomeen dat ons dwars zit.

De piramide is gebaseerd op een zeker hiërarchisch denken. Een hogere positie in de piramide suggereert een groter belang aan (dure) deskundigheid en professionaliteit. Het gevolg hiervan is dat – van boven naar beneden – de professionals in de verschillende lagen met een zeker dedain neerkijken op de actoren in de onderliggende lagen. Wetenschappers en medici kijken meewarig naar de goed bedoelende professionals – in hun ogen ‘amateurs’ binnen bijvoorbeeld de jeugdhulp. De professionele zorgverleners op hun beurt kijken met soortgelijk blikken neer op de collega’s die welzijnsondersteuning bieden. Zij kijken met een zekere argwaan naar de ervaringsdeskundigen, mantelzorgers en vrijwilligers.

Alle professionals in de piramide omarmen – in meer of mindere mare – het zogenaamde ‘eigen kracht’ denken, waarbij mensen met een ondersteuningsvraag zelf een plan maken, met mensen die dichtbij staan. Wij vinden het allemaal prachtig, maar stralen ondertussen niet zelden uit: “Eigen kracht? Dat moet u zo doen!”

Het bovenstaande is een pijnlijke conclusie. Ik weet het. Ik schets bovenstaand extreem uitvergroot wat volgens mij een grote struikelsteen is bij ons streven naar transformatie. Ik heb daarbij een boel weggelaten. Want er gebeurt op uitvoeringsniveau heel veel goeds. Dit is dan ook geen wetenschappelijk verhaal, het is een beschouwing, een oordeel over de wereld va welzijn en zorg. Een oordeel van onderaf, over de naar mijn oordeel perverse prikkels die de dienst uitmaken. Maar op beleids-, besturings- en bekostigingsniveau bestrijd ik de gedachte dat het allemaal wel meevalt, of dat het slechts incidenteel zo gaat. Het gaat vast op heel veel plaatsen goed. Maar dat ontslaat ons niet van de verantwoordelijkheid de perverse prikkels, die met het piramide-denken in stand worden gehouden, nu eens daadwerkelijk uit de weg te ruimen.

De piramide – ik gebruikte hem tot voor kort ook zelf graag – lost onze problemen niet op. Sterker, zij houdt ze in stand. Gewoon, omdat zij simpelweg minder uitnodigt tot en mogelijkheden biedt om kennis en vaardigheden over te dragen. Onbedoeld werkt de piramide als een kastenstelsel. Een ingewikkeld systeem, dat mensen en hun mogelijkheden onderverdeeld in verschillende groepen. Elke groep heeft zijn eigen gebruiken en gewoonten waaraan men strikt vasthoudt. Verkeer onderling is praktisch onmogelijk. De ene kaste is hoger dan de andere. Deze verschillen zie ik ook in de piramide weerspiegeld.

De oorzaak van deze situatie is meerkoppig van aard. Naast het hiervoor geschetste (moderne) kastendenken is er het huidige financieringssysteem, dat vooral stuurt op productie- en verantwoording. De beoogde omslag naar een cultuur van verantwoordelijkheid (eigenaarschap) wordt er niet mee gediend. Daarnaast koesteren wij als professionals graag het verdichtsel dat (theoretische) kennis en expertise toch echt belangrijker is dat de logica van het gezonde verstand. Wat altijd in het geïnterpreteerd wordt in het voordeel van de professional in de hogere laag.

Mijn conclusie? De transformatie binnen het sociaal domein, geënt op het piramide denken zal mislukken en het onderspit delven. Om de grondplaat van en voor ons systeem van ondersteuning daadwerkelijk te wijzigen, moeten wij die piramide slopen. Wij moeten die graftombe van het oude systeem, met haar heersers en hun verworven kostbaarheden en bezittingen loslaten om grip te krijgen op de beweging. Nu doen wij allerlei dingen om het oude en vertrouwde te kunnen behouden. Zo maken wij een mummie in plaats van beweging. Anders gezegd: de piramide sluit – met grote steenblokken – de ruimte om te veranderen af. Daarom pleit ik niet voor een facelift, maar voor een extreme make-over!

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior-adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *