Waarom bouwen wij zo weinig oplossingen?

Delen:

Vijftien jaar aan wat critici ‘verkeerde politieke keuzes’ noemen, zorgde voor de huidige crisisstatus van de woningmarkt. Wet- en regelgeving, maar ook politieke ideologieën maakten en maken het op veel vlakken lastig tot onmogelijk om een woning te bemachtigen. De oplossing: kortcyclisch en circulair bouwen.

De huizenmarkt zit op slot, elke maand stijgen de huizenprijzen tot nieuwe recordhoogtes. Er is sprake van een crisis en de grootste slachtoffers daarin lijken de starters, dak- en thuislozen, asielzoekers en jongvolwassenen in een kwetsbare positie. Want het baanbrekende (!) advies van de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (gebruik de bestaande woningvoorraad beter door ‘de kostendelersnorm’ voor bijstandsuitkeringen aan te passen en door efficiënter ruimtegebruik in koop-en huurwoningen te faciliteren’) is natuurlijk ronduit beschamend tekortschietend.

Onlangs naam ik (mede daarom) deel aan een (digitale) denksessie over wonen en zorg voor jongvolwassenen in een kwetsbare positie. Er is namelijk ook voor deze groep een groeiend tekort aan passende en betaalbare woonruimte. Met name voor jongeren die uitstromen uit jeugdhulp met verblijf, jeugdreclassering en/of jeugdbescherming of die op een andere kwetsbare situatie zitten is de ontoegankelijkheid van passende woonplekken of kamertrainingen een groot probleem.

Natuurlijk, er zijn prachtige initiatieven die iets proberen te doen voor deze groep van jongvolwassenen. Kijk maar eens naar Kamers met Kansen of Kamers met Aandacht. En ook voor dak- en thuislozen zijn er veel (nood-)voorzieningen. Maar zij nemen het structurele probleem niet weg. Met toenemende kosten voor de samenleving als gevolg. Het ontbreken van adequate antwoorden leidt namelijk tot een langer en vaak onnodig verblijf in dure zorg- of noodvoorzieningen. Een duurzaam perspectief, een eigen ‘thuis’, wordt namelijk niet of mondjesmaat geboden. En als het geboden wordt, zijn de kosten vaak zo hoog, dat nieuwe problemen (van schulden tot (herhaalde) dak- of thuisloosheid) in het verschiet liggen.

Het meest passende, duurzaamste en goedkoopste antwoord ligt in een eigen huis, een plek onder de zon, meedoen (participatie) en altijd iemand in de buurt die jou raden kan. Een goed buur, een vriend of een maatje. En hier lopen wij tegen een gigantisch knelpunt aan: het gebrek aan een voldoende en passende woonvoorraad. Er is sprake van een toenemende woningnood.

Woningnood. Dat woord valt nog niet vaak. Weliswaar blijven de huizenprijzen maar stijgen, en dat is een duidelijk teken dat de vraag naar woningen het aanbod ver overstijgt. En het beeld dat bijna elke Nederlander toch ‘gewoon’ een dak boven het hoofd heeft, klopt allang niet meer. De afgelopen tien jaar is het aantal daklozen ongeveer verdubbeld, tot zo’n veertigduizend. Nog eens vele tienduizenden – de schattingen lopen uiteen – wonen in een huisje op een vakantiepark. En hoeveel jongeren wonen nog bij hun ouders, terwijl ze het liefst een eigen huis zouden willen? Of verblijven langer dan gewenst en noodzakelijk in een voorziening voor (jeugd-)zorg, omdat een eigen woonplek niet te vinden of onbetaalbaar is? Tel daarbij het aantal buitenlanders dat in Nederland komt wonen en het feit dat huishoudens in de loop van de tijd ook nog eens kleiner worden en je ziet hoe schrikbarend groot de opgave is.

En toch!  De oplossing van dit probleem is – verhoudingsgewijs – simpel en voor de hand liggend. Wij denken nog te veel in nieuwe Vinex-wijken en het stapelen van bakstenen. Wij bouwen ‘duurzaam’ en ‘voor de eeuwigheid’, met als bijeffect dat het voor velen onmogelijk geworden is om met een beperkt budget een geschikte woning te vinden.

Het passende antwoord op de woningnood is dus niet – en zeker niet alleen – sneller en meer van hetzelfde bouwen.  We kunnen en moeten de woningmarkt completer maken door de onderkant van de markt te bedienen met kort-cyclische en circulaire woonconcepten. Simpel, effectief, goedkoop én klimaatvriendelijk. Wat wil je nog meer? Met eenvoudige ingrepen kunnen wij indrukwekkende maatschappelijke winsten behalen.

U denkt wellicht: hier zijn gedachten van een idioot aan het wandelen gegaan. Maar, soms moet je een gek plan een kans geven. Woningen van golfkarton – we ‘poepen er in rampgebieden tientallen per week – minihuisjes of zwerverswoningen. Het zijn niet alleen passende en betaalbare (!) antwoorden op de woonbehoeften van velen, maar het zijn ook interessante aanvullingen aan de onderkant van onze woonladder.

Woningen van golfkarton – waterbestendig en brandveilig, met een betonnen kern voor de natte kern – vergen een investering van ca. € 15.000 per stuk. Minihuisjes, een complete woning, met woonkamer, keuken, badkamer en slaapzolder kunnen gebouwd voor € 35.000. Geen dure caravan, maar een HUIS waarin je kunt wonen. Voor velen, die daarvan nu geen gebruik kunnen maken, komt met zulke bedragen een (betaalbare) hypotheek binnen handbereik. Wanneer wij in de maandelijks hiervoor af te lossen bedragen ook nog een spaar- of statiegeldcomponent meenemen, kan hiermee de aansluiting met en toetreding tot de huidige woningmarkt ook nog eens eenvoudiger worden. Het bouwen van adequate (goedkope) woonruimte is voor veel gemeenten ook een snoeiharde bezuiniging. Een jongere die langer dan noodzakelijk verblijft in een jeugdhulpinstelling kost de gemeenten op jaarbasis al gauw zo’n € 25.000 – €35.000. Een zwerver op straat kost de samenleving toch al gauw zo’n € 25.000 per jaar (zorg, politie, justitie). Het sommetje is dus snel gemaakt. Helemaal, als wij – zeker de eerste jaren – gebruik kunnen maken van de her en der braakliggende bouwgronden. Veel van deze grond liggen nu – als gevolg van de stikstofdiscussie en de daarvoor benodigde maatregelen – braak. Wat dat allemaal kost! Het zijn verdomd interessante ingrediënten voor een goede maatschappelijke business case. Simpelweg te realiseren door braakliggend vermogen te koppelen aan een daadwerkelijk maatschappelijk vraagstuk.

Ambitieus? Wellicht. Ik ben echter liever ambitieus dan dat ik mij schaam voor mijn dromen. Bovendien, verandering begint met ambitie. Kijk maar eens hoe snel – binnen 24 uur – Richard Ambrose en Jonny Phillips een gebouw van beton canvas – een materiaal dat alle eigenschappen heeft van beton, maar flexibel genoeg is om te worden omgezet in elke gewenste vorm – bouwen. Deze technologie stelt mensen in staat om semipermanente structuren op te richten in een fractie van de tijd die nodig is voor de traditionele bouwtechnieken. Kortom, heb het lef eens thuis te geven!

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte is senior-adviseur bij Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor overheden en organisaties werkzaam binnen het sociaal domein. Meer van zijn blogs en ideeën zijn te vinden op Verruim de horizon, De kracht van het alledaagse en Inspirituals
  • Peter Paul Doodkorte is een van de (acht) regioadviseurs die samen het landelijk werkende Regioteam Opdrachtgever-/opdrachtnemerschap Wmo en Jeugdwet vormen. Het regioteam opereert namens drie organisaties: Programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein, het Ketenbureau i-Sociaal Domein en Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd. Hiermee beschikken de regioadviseurs over een breed palet aan producten en diensten, instrumenten, opleidingen en praktijkvoorbeelden. Daarnaast hebben ze via deze drie organisaties toegang tot een groot netwerk van experts, ervaringsdeskundigen en een rechtstreeks lijntje met ‘Den Haag’.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *