Het is het geld dat ons doet worstelen

Delen:

Innoveren en samenwerken is de noodzakelijke stap in de transformatie van het sociaal domein. Er is veel aan het veranderg een aantal jaren duren. We zitten met zijn allen in een veranderingsproces, met verschuivingen in macht, zeggenschap en geld. Die beweging mag en moet niet stilvallen nu er – al dan niet tijdelijk – extra geld komt voor het sociaal domein in het algemeen en de zorg voor jeugd in het bijzonder. Wij moeten doorgaan. Vooral doorgaan en doorpakken!

De transformatie in het maatschappelijk domein betekent een andere manier van denken en doen. Voor bestuurders en beleidsmakers, voor professionals en vrijwilligers. Met onze inwoners voorop. Samen moeten wij de participatiemaatschappij vormgeven.

Voor mij is het belangrijk om daarbij echt te leren van de praktijk, van de mensen om wie het gaat. Ook, omdat mensen, zeker als ze veel problemen hebben, hun oplossing het liefste zelf willen regelen. Het gaat er daarbij om hoe wij als overheid en als professionals in de ondersteuning goed aansluiten op wat mensen zelf al kunnen en graag willen. Waarbij het onze taak kan zijn hen te helpen overzicht te krijgen over hun leefsituatie. Om vervolgens een eerste stap te kunnen zetten om hun bestaanszekerheid te borgen.

Mensen met meerdere problemen hebben altijd één of twee acute problemen die rechtstreeks verband houden met die bedreiging van hun bestaanszekerheid. Die prioritaire problemen (financiën, wonen, overzicht) vragen om een snelle, meestal professionele, oplossing. Voor de één komt die bestaanszekerheid tot uitdrukking in financiële degelijkheid, voor de ander is dat het behoud van een (vrijwilligers-)baan die past als een jas, of een gezonde woning.

Maslow, een bekend Amerikaans psycholoog, ontwikkelde in de jaren zestig al de theorie van de toenemende behoefte. Kort door de bocht: alleen als in je basisbehoeften, zoals eten en drinken en een dak boven je hoofd is voorzien, als je je veilig en geliefd voelt en erkend wordt door je omgeving, kun je werken aan de volgende stap: die van zelfactualisatie. Dat betekent ook dat armoedebestrijding, schuldhulpverlening en participatie belangrijke vliegwielen zijn bij de transformatie van ons zorgstelsel. Daaruit kunnen nieuwe perspectieven ontstaan, andere manieren van omgaan met elkaar, maar ook nieuwe impulsen voor onderwijs en participatie en manieren waarop de mens wordt benaderd binnen de geestelijke en lichamelijke gezondheidszorg. Immers, een toegenomen bewustzijn werkt ook door naar de onderliggende lagen.

Jeugdigen, volwassenen en  ouderen die met psychosociale problemen kampen hebben wellicht ook medische of psychologische hulp nodig. Meestal echter richten wij ons op het reduceren, bestrijden of hanteerbaar maken van de gevolgen van een dieperliggende oorzaak. Als wij ons (te veel) daarop blijven focussen, faciliteren wij eerder het probleem, dan dat wij het oplossen.

Uit het voorgaande vloeit voort dat de meest indringende opgave voor en bij de transformatie gaat over de behoefte aan, of beter: de noodzaak tot maatwerk. De hamvraag daarbij is: lukt het ons als professionals om uit onze koker te stappen en met inwoners te praten over wat de beste oplossing is? Nu bijvoorbeeld verwijzen veel huisartsen kinderen met gedragsproblemen automatisch door naar jeugd-(GGz-)instellingen. Dan komt het wel goed, is de gedachte. Nu heeft de huisarts drie keuzen. Hij kan een kind met probleemgedrag meteen doorverwijzen naar een instelling. Hij kan zelf pillen voorschrijven, of hij kan met het wijkteam in de gemeente praten over de context waarin dit kind opgroeit. Door samen naar de situatie van het gezin als geheel te kijken, kan blijken dat de oorzaak van het probleem een hele andere bron heeft dan het symptoom dat wij (willen) zien doet vermoeden.

Het extra geld dat het Rijk nu wil uittrekken voor de zorg voor jeugd draagt een groot risico in zich: nieuwe ruimte voor zorgaanbieders om het volume aan geleverde zorg te vergroten. Nieuwe ruimte ook om opvoedingsproblemen steeds meer te laten overnemen door een professioneel circuit van jeugdhulpverleners, orthotherapeuten en psychologen en ze zo af te pakken van ouders en opvoeders.

Ik zal niet beweren dat er geen financieel probleem is. Op dit moment is dat zeker het geval. Omdat wij eigenlijk geïntensiveerd doen, wat wij – ook voor de decentralisatie – altijd al deden. Er is echter geen enkele reden om de gelden structureel toe te kennen. Omdat ‘geld erbij’ niet automatisch leidt tot betere en beter beheersbare jeugdhulp. Integendeel. Meer geld zal de behoefte aan nog meer zorg eerder doen toenemen dan terugdringen. Betere en beheersbare jeugdhulp is gebaat bij een andere verhouding van ons jegens uitdagingen, wetten en regels. Dat vraagt kijken naar hetzelfde vraagstuk vanuit een ander perspectief. Over denken en doen in kansen en oplossingen.

Een betere regiovoering, betere sturing en betere samenwerking in combinatie met het gebruik van de juiste vliegwielen zal niet allen een halt toeroepen aan de toenemende hoeveelheid indicaties, waarbij steeds meer geld naar steeds meer nieuwe aanbieders met steeds onduidelijker kwaliteit gaat. Een zekere krapte in budget zal de kwaliteit van zorg juist vergroten door aanbieders uit te dagen om – samen met ouders, opvoeders en jeugdigen – de afweging te maken of zij iets doen dat werkt.

Daarom zeg ik, van harte: Laten wij ons niet laten afleiden door de rammelende buidels met geld. Zij stimuleren slechts de worstelpartij om de poet die ons al te lang afleidt van de werkelijke opgave. Wij moeten doorgaan met het veranderproces met verschuivingen in macht, zeggenschap en geld. Vooral doorgaan en doorpakken!

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior-adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden

Een gedachte over “Het is het geld dat ons doet worstelen

  1. Hallo Peter Paul,
    Geld is gestolde energie en als je de hulpverlening daarmee teveel voedt, dan veroorzaak je een systeem obesitas, in de vorm van een te veel groeiende systeemwereld in een te vrije marktwerking die geprivatiseerde hulpverlening laat groeien, laat differentiëren en laat specialiseren en een woekergroei aan geïnstitutionaliseerde “afhankelijkheidsrelaties” laat groeien die burgers met een bepaalde hulpvraag NIET zelfredzamer maakt maar steeds meer aangeleerd hulpeloos laat worden door het te bemoeizuchtige en opdringerige geprivatiseerde hulpverleningssyteem, die hun specifieke aanbid zien als een “verdienmodel”, en je gaat je eigen verdienmodel NIET ondergraven door burgers te herstellen in hun zelf organisatie, zelf regulatie en zelf regeneratie en zelf motivatie. Dit is de perverse prikkel die hulpverlening vanuit de vrije markt belemmert in hun ontwikkeling naar optimalisatie en veroorzaakt teveel een “aanpappen en nathouden” cultuur die alle actoren voldoende voedt door voldoende cases, aanbod van burgers met een bepaalde hulpvraag. Dit is geen symbiose systeem maar een paracitair systeem die burgers met een bepaalde hulpvraag besmet met een illusie dat ze verduurzamend geholpen worden en de gemeenten, door deze perverse systeemfout, financieel leegzuigen, zonder verduurzamende kwaliteit op micro, meso en macro-niveau.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *