Daar gaan we weer

Delen:

En weer geschiedde het. De gemeente Almere besloot (onterecht wat mij betreft) om bepaalde vormen van zorg dit jaar alleen nog in crisissituaties toe te wijzen. Eenvoudigweg, omdat het geld op zou zijn. Als het bekende duiveltje uit het doosje sprong GGZ Nederland daarop in. Zij bracht met veel aplomb naar buiten dat de wachtlijsten in de ggz voor zowel volwassenen als voor kinderen toenemen en dat de bedden steeds vaker vol zijn. Het is die bekende en repeterende lobby-reflex van GGZ Nederland die mij deed verzuchten “Daar gaan we weer.”

Het voortdurend gebedel van de GGZ om meer geld irriteert mij mateloos. Niet in de laatste plaats ook, omdat er kennelijk maar één echt belang is: incasseren. Met het leed van jongeren en ouderen als dekmantel.

De GGZ Nederland lijdt – wat mij betreft – aan een ernstige vorm van narcisme. Zij vertoond een diepgaand patroon van grootheidsgevoelens (in fantasie en gedrag), behoefte aan bewondering en gebrek aan empathie, tot uiting komend in diverse situaties. Zoals een opgeblazen gevoel van eigen belangrijkheid, het overdrijven van  eigen prestaties en talenten en de verwachting als superieur erkend te worden. Zij is gepreoccupeerd met fantasieën over haar eigen onbeperkte successen en genialiteit. Zij heeft een gevoel bijzondere rechten te hebben, dat wil zeggen onredelijke verwachting van een uitzonderlijk welwillende behandeling of een automatisch meegaan met zijn verwachtingen. Zij exploiteert anderen, dat wil zeggen maakt misbruik van anderen om de eigen doeleinden te bereiken en is niet bereid de gevoelens en behoeften van anderen te erkennen of zich ermee te vereenzelvigen.

Of ik gek geworden ben? Wellicht. Maar in een radio-interview (Radio 1, woensdag 12 oktober 2016 rond 18.15 uur) met Martin Appelo vond ik voor mijn opvattingen veel weerklank.

Martin Appelo, dr. Psycholoog en Gedragstherapeut is tien jaar hoofd wetenschappelijk onderzoek geweest van Lentis, de GGZ van Groningen. Ook Appelo meent dat GGZ Nederland zich schuldig maakt aan het door mij genoemde narcistische fenomenen: “De oorzaken van de ellende liggen nooit bij henzelf….”

Hij pleitte – mede op basis van een door hem wetenschappelijk onderbouwde index – voor zelfs forsere kortingen op het GGZ-budget. “Eén op de vier” patiënten krijgt onterecht GGZ-zorg. Gewoon, omdat zij niet veranderbaar zijn. Daar brengt geen enkele GGZ-behandeling verandering in.”

Het huidige zorgaanbod sluit niet aan bij de behoeften van mensen met psychische klachten. De geestelijke gezondheidszorg is te veel bezig met symptoombestrijding en te weinig met de zelfredzaamheid van de cliënt. In het streven naar kwaliteitsverbetering heeft de GGZ het behandelaanbod geoptimaliseerd op basis van richtlijnen en symptoomgeneeskunde. Dat is ten koste gegaan van de behoeften en context van het individu. Symptoomreductie is het doel geworden. Terwijl de bedoeling is, dat het individu veel meer leert omgaan met klachten en zelf de regie kan voeren over de behandeling. Daarnaast helpt het echt om niet alleen naar de zoekmakende of beperkende factoren te kijken, maar vooral ook bezig te zijn met “betekenisvolle doelen” die voldoening en nieuw perspectief geven.

De misleidende lobby van GGZ Nederland voor meer geld en ruimere budgetten vindt ik ook stuitend voor de beroepsgroep binnen de GGZ die wel degelijk anders wil. Ik lees, hoor en ontmoet regelmatig mensen die bereid zijn kritisch naar het eigen doen en laten te kijken.

Het wordt dan ook tijd dat GGZ Nederland eindelijk eens serieus en oprecht ingaat op de ideeën die er onder eigen vakbroeders leven over een andere geestelijke gezondheidszorg. Een geestelijke gezondheidszorg  die niet alleen uitgaat van een andere organisatie, maar vooral ook van andere taal, concepten en uitgangspunten in het denken over psychische kwetsbaarheid (en de variatie daarin). Een prachtige kritische analyse van dat denken over gezondheid als afwezigheid van ziekte, haperende hersenen, evidence based richtlijnen en diagnostische zorgpaden is te vinden in het boek “Goede GGZ!” van de hand van Philippe Delespaul, Michael Milo, Frank Schalken, Wilma Boevink en Jim van Os. Zij komen zij tot de ontdekking dat een nieuwe focus op positieve gezondheid kan leiden tot grensverleggende vernieuwing, die zowel patiënten als hulpverleners kan bevrijden van de huidige impasse.

Of mijn bijdrage de opstelling van GGZ Nederland zal beïnvloeden? Ik moet het wagen dat te betwijfelen. Want bij het eerder door mij beschreven gedrag van en narcist past dat niet. Het is zo moeilijk om de logge olietanker van de GGZ te keren. Maar gelukkig zijn er ook mensen die met 180 graden kunnen draaien en een betere koers durven varen en op basis van kwalitatieve overwegingen bijdragen aan een oplossing voor het vermeende budget- en daarmee oplopende wachtlijsprobleem. Juist daarom vind ik de opstelling van GGZ Nederland pijnlijk misleidend en onjuist. Omdat zij bij het grote publiek toch weer en vooral de overheid en zorgverzekeraars presenteert als de kwade genius die mensen hun verdiende zorg ontzegt. Ik blijf echter goede hoop houden, en laat mij daarbij bemoedigen door de tekst en muziek van het prachtige nummer “Recht in de ogen” van De Dijk: “Natuurlijk heb je klerelijers. Heb je boeven en teringlijers. Er is tuig en geteisem. En gajes volop. Natuurlijk er zijn racisten. Er zijn fascisten en klojo’s. Mafkezen en mafketels en nono’s. Met een bord voor hun kop. Maar kijk om je heen. Wij zijn er ook nog. Wij zijn met de meesten. Met mensen die snappen hoe je als vriend door de verschillen heen over de grenzen, elkaar recht in de ogen kunt zien.”

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *