De vrije mening als bijl van onverstand

Delen:
  • Beoordeel mensen naar wat hun meningen hen maken | 

Vrijheid van meningsuiting. De meningen daarover lijken de media te domineren. Wat daarbij steeds weer blijkt is, dat vrijheid van meningsuiting niet absoluut is. Zo zijn belediging en smaad –  onder bepaalde omstandigheden – strafbaar. Die omstandigheden – en de grenzen daarvan – zijn een dankbaar verkengebied. Iedereen heeft ook daar een mening over! Duidelijker wordt het daardoor echter niet!

Vrijheid van meningsuiting. Wie een grens aanbrengt in het vrijelijk uiten van meningen doet – zo beweert en – geweld aan het principe. Net zo goed als het achteraf laten toetsen van een mening door een rechter ongeoorloofde censuur is. Een grens trekken is onmogelijk. Op het zou moeten zijn dat een vrije mening niet mag oproepen tot geweld tegen een individu of een groep van mensen. Waarbij het dilemma is dat er een nieuw schemergebied ontstaat: Wanneer voelt wie zich opgeroepen tot geweld?

Het klinkt zo verschrikkelijk gemakkelijk. Zeggen dat je alles maar moet kunnen zeggen. Ik kan opschrijven wat ik wil. Niemand die dat kan voorkomen. Letterlijk alles kan ik beweren. Smaad en laster kan alleen worden beoordeeld door een onafhankelijke rechter. Zelfs de plicht om met (steekhoudende) argumenten mijn mening te verkondigen – en daarmee te verdedigen –  ontbreekt. Vinden, spreken, denken, uiten, schrijven…het staat mij allemaal vrij. Ik kan en u kunt mij – letterlijk – alles zeggen.

Dat alles lijkt de vrijheid van meningsuiting absoluut en onvoorwaardelijk te maken. En dat is – vind ik – niet zo. Althans, ik vind dat het zo niet mag zijn. En met mij velen, zo ervaar ik aan de dagelijkse discussies over meningen. Want waar de een vindt dat hij kan zeggen wat hij meent, meent diezelfde persoon dat de ander dat recht niet heeft.

Wij spreken schande over de opvattingen van andersdenkenden. En ja, vaak kan ik mijzelf herkennen en vinden in die opvatting. En toch. Als ik mag vinden wat ik vind, waarom ontzeg ik dan de ander hetzelfde recht? Toch doen wij dat. Voortdurend.

Ik zie daarvan legio voorbeelden. Meningsverschillen zijn er te kust en te keur. Over geloof, geaardheid, vluchtelingen; verzin het maar. En allemaal vinden we dat we gelijk hebben.

Hoe vaker ik luister naar de debatten die worden gehouden onder het mom van een discussie over het recht op vrije mening, hoe meer ik de vrije mening zelf ga zien als een dwaling van onverstand. Ik heb daarbij vooral een probleem met het fundamentalisme waarmee zij het recht van vrije mening claimen en kapen. Persoonlijke voorkeuren of zienswijzen worden als universele norm gepresenteerd. Met de suggestie dat (alleen) dit de werkelijkheid is; of moet zijn.

Steeds vaker realiseer ik mij dat wat wij ‘verschil van mening’ noemen een ‘verschil van normen’ is. En zo worden meningen betwistbare interpretaties van feiten; waarin meningen, oordelen, normen, waarden en causale verbanden zijn opgesloten.

Ben ik daarmee tegen de vrije mening? Nee.  Vrijheid van meningsuiting is een groot goed. Maar het mag niet ontaarden in het recht om anderen hun mening te ontzeggen. En juist dat hoor en zie ik teveel gebeuren. De vrije mening als vrijbrief is om andersdenkenden te kwetsen of – erger nog – haar te gebruiken als dekmantel voor belediging.

Om te kunnen omgaan met de vrijheid van het woord is respect onontbeerlijk. Ook voor en jegens hen die ander menen of doen. Wie dat respect niet kan opbrengen maakt niet alleen zelf de discussie over de vrije mening tot holle praat. Juist die ongewenste en onverantwoorde handelswijze is de bijl aan de wortel van de vrije mening.

Zie ook: https://deoverkant.wordpress.com/2016/05/04/vrije-mening/

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *