De werkelijkheid is niet simpeler dan de werkelijkheid

Delen:

Er is een tijd geweest dat wij de toekomst van de wereld hoopvoller onder ogen zagen dan dat dit vandaag de dag het geval is.  Het perspectief van een wereld waarin democratisch geregeerde staten hun onderlinge betrekkingen vreedzaam regelen onder supervisie van een bovennationale macht (b)lijkt een utopie. In toenemende mate fascineert het verschil tussen de belofte van iets en de banale werkelijkheid. De oorzaak daarvan? Reductionisme en bewustzijnsvernauwing.

Reductionisme is het tegendeel van integraal denken en doen. Het is het terugbrengen van complexe verschijnselen tot één enkele verklaringswijze of één enkele doelstelling. Integraal denken en doen is een benaderingswijze van de werkelijkheid, waarbij integratie plaats vindt van een verscheidenheid van allerlei gezichtspunten binnen een groter geheel. Dat geheel heeft daarbij een andere, meer omvattende betekenis dan hetgeen uit de delen kan worden afgeleid.

Hoe schrijnend is in dat verband de constatering dat het ons – en de politici is ons land (en de wereld) in het bijzonder – niet lukt om met partijpolitiek duurzame samenwerking tussen overheid en inwoners de weg van het reductionisme te verlaten. Of – erger nog – die juist door het terugredeneren van de complexe werkelijkheid tot één enkele verklaringswijze of één enkele doelstelling, die samenwerking meer dan ooit uit het zicht laten raken. Een land waarin 28 partijen vechten om 150 zetels in ons parlement is een toonbeeld van versnippering. Met een kakofonie van stemmen die schreeuwen om aandacht en het gelijk voor de meest uiteenlopende kwesties als resultaat. In het gunstigste geval beperkt de strijd zich tot een Babylonische spraakverwarring waar geen touw meer aan vast te knopen valt. In het meest ongunstige geval zal het leiden tot vernietiging van elkaar.

Metaforisch gesproken: een persoon of gezien in nood heeft niks aan 28 hulpverleners die – in plaats van te acteren – elkaar de tent uitvechten over het antwoord op de vraag wie de regie mag voeren.

Binnen het sociaal domein hebben wij heel lang gewerkt volgens de principes van het reductionisme. Dat is een moeilijk woord voor het versmallen van een complex verhaal tot een klein onderdeel ervan. Dat gebeurde eigenlijk altijd: we keken naar details, naar geïsoleerde fenomenen.

Deze methode van het splitsende denken leidde ertoe dat mensen worden benaderd door hun problemen uit elkaar te nemen in zo klein mogelijke deelproblemen. Deze werden vervolgens apart opgelost en weer teruggeplaatst in het geheel. Zo kan men ook zeggen dat het denken in de geneeskunde (de cure – de reparatieafdeling) gebaseerd was op de (dominante) opvatting dat het lichaam een machine is, ziekte het gevolg van het kapot gaan van de machine en de taak van de arts om dit mechanisme te herstellen/repareren.

Hoewel dit denk- en doe-model de afgelopen decennia naast ontelbaar bruikbare denkkaders ook heel veel nieuwe behandelingsmogelijkheden opleverde, ontstonden er steeds meer en dwingender aanwijzingen dat met het opsplitsen en het analyseren de geneeskunde haar doel voorbijschoot. De geneeskunde dreigde door dit verregaand onderscheiden het zicht op het geheel te verliezen. Voor de care (de onderhoudsafdeling) bleek dit nog nadrukkelijke het geval. Met niet zelden symptoombestrijding in plaats van effectieve en duurzame oplossingen als resultaat.

Binnen het sociaal domein is, als reactie op dit inzicht in toenemende mate sprake van holistisch denken. Bij het holistisch denken kijken wij naar meerdere factoren om iets te verklaren. In tegenstelling tot enkel een ‘symptoom -gevolg”-benadering, kijken we ook naar de sociale en psychologische omgeving. Kan de moeder van twee kinderen met ADHD de drukte niet aan, of ontbreekt het aan andere zaken? Als we verder kijken naar de persoonlijke situatie van moeder en kinderen zouden wij wellicht merken dat heel andere factoren van grote invloed zijn op de draagkracht van moeder. Zoals het simpelweg ontbreken van een eigen, rustige leefruimte voor de kinderen afzonderlijk. Waardoor moeder en kinderen bij voortduring op elkaars lip zitten en met elkaars onrust worden geconfronteerd. Het realiseren van een eigen kamertje voor de kinderen kon (en bleek in het onderhavige geval) wel eens een betere oplossing zijn dan gedragstherapie.

De leefomgeving van iemand is dus van cruciaal belang om een stuitende verklaring te geven en er is dus voor een gevolg niet uitsluitend één oorzaak aan te duiden. Laat staan dat we hier in alle gevallen over een lineair verband kunnen spreken. Dat vraagt integraal kijken en doen.

Integraal denken en doen is, zeker bij mensen of gezinnen die met meerdere uitdagingen tegelijkertijd geconfronteerd worden een profijtelijke must gebleken. Van groot belang daarbij is een goede samenwerking tussen alle betrokkenen. Hierbij speelt regie een belangrijke rol; één persoon is, neemt en krijgt de verantwoordelijk voor het overzicht op het geheel.

Ik hoop en wens dan ook dat u en mij – en de mensen met en voor wie wij binnen het sociaal domein werken – bespaard wordt wat er dreigt te gebeuren met het ideaal van een democratische wereldorde. Dat al ons denken en doen uiteindelijk gebaseerd blijkt op loutere retoriek. Blijkt dat toch het geval, dan zullen reductionisme en bewustzijnsvernauwing de harmoniserende invloed van integraal denken en doen verpulveren.

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.
  • Meer werk van Peter Paul vindt u ook op Verruim de horizon

 

Een gedachte over “De werkelijkheid is niet simpeler dan de werkelijkheid

  1. Ik ben het uiteraard eens met Paul’s pleidooi voor integraal, maar misschien ook nog meer integratief denken (in plaats van zero-sum/alles of niets).
    Integratief denken gaat ervan uit dat er in een inclusieve samenleving plaats is voor veel verschillende mensen. In die zin ben ik het niet met Paul eens dat de wereld verslechterd, ook niet in Nederland, waar de kinderen het meest gelukkig en best opgeleid zijn ter wereld en (jeugd)criminaliteit daalt. De recente werken van bijvoorbeeld Pinker en Shermer geven een andere richting aan, juist meer richting integratie, empathie en respect voor minderheden.
    Dat dit langzaam gaat is een understatement en terugval hoort bij het proces maar nog nooit zijn er in de historie van de mensheid bij conflicten zo weinig slachtoffers gevallen.
    Het gaat wel degelijk de goede kant uit maar wel langzaam.

    Peer van der Helm is lector bij het Expertisecentrum Jeugd van de Hogeschool Leiden

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *