Jammen, mogelijk maken wat tot nu toe nog niet is bedacht

Delen:

Professionals binnen de zorg en het welzijnswerk vragen de mensen met en voor wie zij werken vaak het hemd van het lijf om de vraag goed te begrijpen. Vervolgens  organiseren zij goed voorbereide tafels gevuld met ideeën en oplossingen. De aandacht gaat daarbij vaak naar dat wat er of iemand niet kan. Te vaak – naar mijn smaak – wordt daarbij over het hoofd gezien wat er of iemand wel kan. De oorzaak? Ik meen dat hier sprake is van een vaak voorkomend hiaat in het vakmanschap van de professionals: mogelijk maken wat tot nu toe nog niet is bedacht.

Zorgprofessionals in Nederland kenmerken zich door een hoge mate van vakmanschap, vernieuwingsdrang en ambitie. Tegelijkertijd is dat ook hun valkuil. Zij willen helpen, oplossen en repareren. Doen dat naar eer en geweten. Meestal echter op basis van door hen geleverde producten en diensten. Anders gezegd: de professionals doen verwoede pogingen om een gesignaleerd of vastgesteld probleem in hen ten dienste staande antwoorden (lees: producten en diensten) te wringen. Niet zelden als gevolg van de zogenaamde zorgeconomie. Die heeft ideeën voortgebracht over de manier waarop consumenten zijn te beïnvloeden om voor bepaalde producten of diensten te kiezen. Daarenboven werken wij graag met geprotocolleerde of evidence based programma’s. Werkt het niet, dan ligt het in ieder geval niet aan ons….

De uitdagingen waarvoor mensen zich in hun dagelijkse leven gesteld zien, zijn vaak het gevolg van ingesleten gewoontes. Wanneer de gevolgen daarvan opeenhopen kan dat het ‘gewone’ leven opstoppen. In dergelijke situaties komt het aan op improvisatietalent. Zeker in complexe situaties zijn er meestal geen alomvattende geprotocolleerde antwoorden voorhanden. Juist dan is inventiviteit en handelingsvermogen nodig. Zorg en welzijn heeft dan veel overeenkomsten met verandermanagement.

Verandermanagement is gebaseerd op twee pijlers: deskundigheid en participatie. Met ‘verstoring’ van de gewoonte en de bestaande manier van doen en laten als leidraad. Kern van de aanpak is dat de deelnemers aan de verandering niet met kant en klare antwoorden komen, maar als improvisators elkaar aanvullen, uitbreiden, van commentaar voorzien en met uitdagingen aan de haal gaan. Dat alles vraagt los te komen van bestaande methoden, technieken, inzichten en ervaringen om nieuwe en gewenste perspectieven te (laten) ervaren. Dat vraagt kortom, om de kunst van het jammen.

Volgens Wikipedia is een Jamsessie een min of meer spontane, onvoorbereide vorm van muzikaal samenspel. Geen enkele Jamsessie is hetzelfde. Organisatie, locatie, stijl, muzikanten en publiek bepalen grotendeels de sfeer van de Jamsessie.  Vooral de organisatie is heel bepalend. De meeste Jamsessies hebben een leider die de sessie in goede banen leidt. Een goede sessieleider zorgt er voor dat er zoveel mogelijk muzikanten aan bod komen. Dat maakt de Jam niet alleen leuk voor de muzikanten, maar ook voor het publiek. De sessieleider opent meestal de sessie om daarna het stokje over te geven aan andere muzikanten. Daarnaast zorgt de sessieleider dat hij waar nodig invalt. Iedereen kan meedoen. Het is de kunst om de verschillende muzikale bestanddelen op elkaar aan te laten sluiten.

Jammen als antwoord op problemen. Kan dat? Wis en waarachtig zeg ik. Het enige – maar belangrijke – verschil is dat hier niet de professional maar de zorgvrager zelf de bouwstenen voor de oplossing, het antwoord aanlevert. Het is met name voor de zorgvrager zelf leuk om te zien dat hij of zij zelf de bron zijn en dat zij niet achteroverleunen.

Jammen in de zorg. Het is geen gimmick. Sommige van deze ideeën en ingrediënten kennen wij al. Bijvoorbeeld onder de naam ‘familiegroepsplan’ of ‘eigen kracht conferentie’. Ook zij gebruiken goed voorbereide improvisatie om mensen te stimuleren en de ondersteunen om zelf verantwoorde – en haalbare – beslissingen over hun leven en leefsituatie te nemen. De interactie met de eigenaren van de uitdaging of het probleem is daarbij de essentie. Waarbij alles wat we tijdens de sessie doen een sterke relatie heeft met de benoemde uitdaging. Dat vraagt en brengt de focus op dat wat kan en beschikbaar is. Humor is daarbij een krachtig instrument. Juist doordat de deelnemers soms de gekste verbindingen leggen, wordt er vaak gelachen. Lachen zorgt voor verbinding en het ontspant de geest..

Van de professionals vraagt dit alles een ‘creatief ondernemende inslag’. Jammen – of  improviseren– kun je alleen maar hier en nu; niet gisteren of morgen. Het aanbod en antwoord liggen in het hier en nu voor het oprapen. Als je ze maar ziet en gebruikt.

Vergis je echter niet: daar gaat een gedegen voorbereiding aan vooraf om dat te kunnen. De sessieleider denkt na over een minimale structuur (die maximale flexibiliteit geeft), maar durft ook alle plannen te laten varen als de oplossing iets anders nodig heeft. Hij of zij zoekt het gevaar op. Door de routine te breken en zo de mogelijkheid tot de ontwikkeling van een verhaal met een passende en haalbare oplossing te bieden. En nee, hij of zij weet niet altijd waar het eindigt. Gaandeweg ontvouwt zich het antwoord. Dat vraagt omgaan met de angst voor het falen, want die gaat aan de actie vooraf. De echte professional heeft daarbij ook geen last van zijn ego. Door goed te kijken en te luisteren kan hij zich verbinden met zichzelf, met anderen en met zijn omgeving. Hij kijkt voortdurend wat de ander nodig heeft om een volgende stap te kunnen zetten. Samenwerking en communicatie op het scherpst van de snede zijn dus ook primaire voorwaarden om mogelijk te maken waarover tot nu toe niet is gedacht.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *