Jammer genoeg klopt de regie niet altijd

Delen:

Op dit moment wordt er her en der in het land druk gewerkt aan de totstandkoming van nieuwe colleges van B&W. Een belangrijk onderwerp voor ieder collegeprogramma is het sociaal domein. Daarbij gaat het over de vraag hoe je op de beste wijze het welbevinden van de inwoners kunt ondersteunen. De grote opgave is, om dit vanuit de mensen in plaats van de systemen te bekijken. Te zorgen voor een kloppende regie!

Steeds meer gemeenten krijgen hun basis in het sociaal domein op orde. Tot nu toe lag de nadruk daarbij op ‘in control komen’: de zorgcontinuïteit, het voorkomen van ‘ongelukken’ en de financiën beheren stonden daarbij hoog op het prioriteitenlijstje.

De decentralisaties (2015) hadden echter een hoger ideaal: ondersteuning van de inwoners in een gemeente nabij organiseren. Passend bij de situatie van de inwoner die in een lastige of knelsituatie zit. Met de bedoeling ook om de inwoners individueel en de samenleving als geheel zelfredzamer te maken. Waar weer een andere doelstelling onder lag en ligt: de kosten voor zorg beheersbaar te houden. En daarmee de zorg en ondersteuning duurzaam te borgen.

Nu is het tijd voor de volgende stap: het doorontwikkelen. Daarbij draait het om de hoe-vraag. Hoe gaan we het naar de toekomst toe nou echt doen in het sociaal domein? Lukt dat als wij (lees: gemeenten) blijven acteren zoals we dat al jaren doen, of is er meer voor nodig?

Wat mij opvalt als adviseur van verschillende partijen die daarbij een rol spelen (gemeenten, regiobesturen, instellingen voor onderwijs, welzijn, zorg, inkomen en schuldhulpverlening en participatie) is dat zij allemaal spreken over en van een integrale aanpak, om de opgave vervolgens sectoraal aan te pakken. Dat is niet alleen vreemd, maar ook een doodlopende weg.

Het vraagstuk van doorontwikkeling (transformatie) van het sociaal domein kan niet los gezien en behandeld worden van vraagstukken binnen andere domeinen die eigenlijk om hetzelfde gaan. Op welhaast alle overheidsdomeinen  is er sprake van verschuiving van regie, van overdracht van taken, van meer bestuurlijke afwegingsruimte op lokaal niveau, van inzet op betere kwaliteit door integrale benadering van maatschappelijke vraagstukken, en van andere verhouding tussen overheid en samenleving.

Tussen de decentralisaties in het sociaal domein en de komst van bijvoorbeeld de nieuwe Omgevingswet zijn er vele overeenkomsten als het gaat om de onderliggende beweging en doelstellingen. Toch zie je hiervan in de aanpak te weinig terug. Terwijl tegelijkertijd de grenzen tussen het sociaal domein en bijvoorbeeld het fysiek domein steeds meer vervagen. Wie ziet niet de samenhang tussen ruimtelijke en andere aspecten (waaronder gezondheid en zelfredzaamheid)? Een versnipperde benadering kan (en zal) onbedoelde dan wel ongewenste effecten hebben en het behalen van de eigenlijke doelen in de weg kan staan.

Meer dan ooit moeten gemeenten beseffen dat zij zelf midden in een transitie zit. Het sociaal domein, de Omgevingswet en een ruimer lokaal belastingregime; het zijn allemaal voorbeelden waarbij het lokaal bestuur meer invloed krijgt. Hierdoor kan de overheid sneller inspelen op gedeelde publieke ambities. Dit maakt het mogelijk op lokaal niveau te experimenteren met nieuwe initiatieven, wat ruimte geeft voor innovaties in de samenleving. Denk aan nieuwe vormen van mobiliteit, duurzaamheid en bijvoorbeeld de sociale zekerheid zoals we die kennen.

Deze lokale speelruimte maakt de weg vrij voor overheden om vaker op te trekken met inwoners, het bedrijfsleven, andere overheden en publieke instellingen, zoals scholen en universiteiten. De overheid maakt een verschuiving van zelf uitvoeren naar meer ruimte voor slim organiseren en faciliteren. Als overheden met elkaar en met de samenleving verbonden zijn, kan er doorlopend kennis en informatie worden uitgewisseld.

Juist hier liggen voor de nieuwe colleges van B&W grote uitdagingen en prachtige kansen. Die zij vervolgens ook grandioos kunnen verprutsen. Als zij blijven doen wat ze altijd deden: de portefeuilles verdelen  langs de lijnen van de ‘klassieke’ domeinen (fysiek, sociaal, financieel). De ‘overheid in transitie’ vraagt een integrale benadering van een opgave. De onderhandelaars – en straks de nieuwe colleges – moeten dus niet alleen nadenken over transformeren. Hoewel dat natuurlijk prima en legitiem is. Veel meer echter moeten zij  de integrale aanpak mogelijk maken met een integrale, gemeentelijke visie op samenhang tussen de diverse aspecten (zoals ruimtelijk beleid, gezondheid en zelfredzaamheid).

Het durven leggen van verbindingen is daarbij van groot belang. Daarop moet de nadruk liggen. Niet als doel op zich, maar als voorwaarde om efficiënter te werken, hoogwaardiger dienstverlening te bieden en samenwerking mogelijk te maken. Een verbindende overheid is de sleutel tot succes.

Verbinden is ook: Samen doen en deelnemen. Anders gezegd: verbinden is als overheid participeren in de samenleving. Wat wezenlijk iets anders is dan als overheid de samenleving laten participeren in het beleid. De overheid in een participatiesamenleving is een faciliterende overheid met een ambitieuze en ondernemende agenda die de lijnen uitzet.

Een faciliterend overheid is geen teruggetrokken regisseur die de verantwoordelijkheid bij de inwoners legt. Het is een overheid die de verhalen van haar inwoners ‘vangt’ en vertaalt in een inspirerend verhaal op een hoger schaalniveau, dat ons en onze acties verbindt. Mogelijk maakt ook met passende (in plaats van minder) regels, kaders en sturingsmechanismen. Een participerende en verbindende overheid neemt de regie en zet de lijnen uit. Transitie en transformatie rechtvaardigen en vragen om een sterke en visionaire overheid. Zij moeten de regie durven nemen, maar niet zelf doen wat een ander beter kan. Sturen en beslissen zijn de kerntaken zijn. Uitvoerende werkzaamheden kunnen worden belegd en overgelaten aan bij gespecialiseerde (publieke) organisaties. En ja, dat vraagt transparante integriteit en onafhankelijkheid. Sociaal vaardig en verbindend acteren op basis van de juiste informatie binnen de specifieke context van die gemeente. De lokale samenleving staat immers voorop. De gemeente resp. het gemeentebestuur staat midden in die samenleving. Zij  geeft richting. regelt, overziet en besluit. Het is haar taak om in de samenleving dingen te ontdekken waarvan die niet wist dat hij ze in zich had.

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior-adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *