Waarom huldigen wij alleen de winnaars?

Delen:

De Olympische Winterspelen 2018 zijn begonnen. Het zal niemand ontgaan zijn En, omdat er maar een de beste kan zijn, hebben wij voor al die anderen de troostspreuk al klaar: “Meedoen is belangrijker dan winnen.” Een obligate opmerking, waarmee wij hen eigenlijk aan de schandpaal nagelen. Want alleen de winnaars huldigen wij vervolgens!

“Meedoen is belangrijker dan winnen!” Het wordt zo vaak  herhaald dat niemand zich meer afvraagt of de stelling nog wel klopt. En als hij klopt, is ons doen en laten er dan ook naar? Of papegaaien wij er maar wat op los. Omdat het lekker bekt; lekker ‘sociaal’ staat?

“Meedoen is belangrijker dan winnen’. Helaas is het een cliché dat meedoen belangrijker is dan winnen. En nog gelogen ook, want uiteindelijk wil iedereen het liefste op de hoogste trede janken bij zijn eigen volkslied.

“Meedoen is belangrijker dan winnen’. Ik blij het desondanks toch zeggen. Omdat ik dat echt van mening ben. Ook, al zie ik dat ons doen en laten vaak iets heel anders zegt. De winnaars ja, die huldigen wij. Liefst met een praaltocht op de platte wagen of een ridderorde. De verliezers mogen daarbij langs de kant staan. Hun aandacht bestaat uit eindeloze praat- en analyseprogramma’s waarin anderen hen de oorzaak van hun falen graag en langdurig inwrijven. Waarbij de beste stuurlui natuurlijk op de spreekwoordelijke wal staan.

Ons sportklimaat is wat dat betreft overigens een prima afspiegeling van onze maatschappij. Dagelijks boeren politici, bestuurders en bazen het in elke microfoon die hen onder de neus geduwd wordt. Of schreeuwen zij het – bij gebrek aan een microfoon – van de daken: “In onze participatiemaatschappij telt en doet iedereen mee. Het gaat niet om de knikkers, het gaat om het spel!”

Waarom dan, zo vraag ik mij af, zitten er nog elke dag opnieuw duizenden mensen thuis op de bank? Mensen die niet mogen of kunnen meespelen, omdat wij – in de jacht op de knikkers – in het spel hen voorbij kijken. Onze  prestatiemaatschappij nodigt zo niet bepaald uit tot meedoen.

Meedoen bestaat uit tweerichtingsverkeer en gedijt bij échte belangstelling voor elkaar.  Als de ander na een snel ‘Hoe gaat het?’ doorloopt en geen oog voor je heeft als het wat minder gaat – of daar oeverloos over blijft dooremmeren – is dat weinig inspirerend en motiverend om je deel te voelen van de samenleving. Of, in sporttermen, om je deel te voelen van de prestatie.

Als Sven Kramer (terecht) gehuldigd en gevierd wordt omdat hij voor de derde keer op rij goud wint op 5 kilometer hard schaatsen, dan dankt hij dat succes net zo goed aan de schitterende prestaties van anderen. Het is immers geen kunst te winnen, als de rest er met de pet naar gooit!

Meedoen is meetellen. Het leidt tot een gevoel van trots, als je jouw eigen talenten kunt inzetten om nieuwe talenten te ontplooien. Juist het gevoel ertoe te doen, iets te kunnen betekenen voor een ander, maakt ons actief.

In een echte participatiemaatschappij is “Meedoen is belangrijker dan winnen” meer dan een cliché. Een echte participatiemaatschappij laat iedereen meedoen. Gewoon, omdat ‘iedereen telt en doet mee’ gebaseerd is op inclusief denken en doen, respect en ruimte voor diversiteit; ook bij en in prestaties.

Noem mij een zuurpruim of een idealist. Het zij zo, maar ik geloof dat écht! In een echte participatiemaatschappij doet iedereen mee. Iedereen, dat wil zeggen ook de mensen die dak- of thuisloos zijn. Ook de morbide verzamelaar van grafzerken of doppen van bierflesjes. Net zo goed als de mensen die niet zo hard  – of helemaal niet – kunnen schaatsen. Maar misschien juist weer heel goed zijn voor hun buurtjes. In een echte participatie maatschappij telt elke prestatie.

Het is de kunst om juist ook die prestaties te willen zien. Niet, om afbreuk te doen aan de schitterde prestaties van de (op een moment) allerbesten. Integendeel. Het is juist het presteren van al die anderen die glans en schittering geven aan de prestaties van de allerbesten. Juist daarom moeten wij goed blijven kijken en luisteren naar de prestaties van alle mensen en (ook) hun behoeftes serieus nemen. Want winnen kun je alleen, als anderen meetellen en meedoen!

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior-adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *