Wie tegenstrijdigheid predikt, kweekt rotzooi.

Delen:

Na drie (3) weken vakantie ben ik terug. Drie weken verlangen naar een land dat barst van de tegenstrijdigheden. Sterker nog, gekker kan haast niet. Een land waar ik met heel veel plezier woon, leef en werk. Een land ook, zo zag ik tijdens mijn vakantie, dat aan elkaar hangt van tegenstrijdigheid. Waar in de wereld tref je een overheid die het roken ontmoedigd door het steeds nadrukkelijker te verbieden en tegelijkertijd een experiment met wietteelt en wietverkoop onder staatstoezicht opzet? En dat, met als excuus dat tabak veel meer verslavend is dan hasj en wiet.

Daarom hebben wij waarschijnlijk ook wel afkickklinieken voor drugsverslaafden, maar niet voor tabaksverslaafden!

Waar lees je in een week tijd zowel dat eenzaamheid onder ouderen toeneemt, als dat de kans eenzaam te worden voor een oudere anno nu lager ligt dan twintig jaar geleden? Het een, omdat de oudere bevolking groeit, terwijl het andere bericht zegt dat ouderen in vergelijking met twintig jaar geleden vaker een partner hebben, een groter en diverser netwerk en een groter gevoel van regie over het leven? Je zou er kluizenaar van worden.

Maatwerk voor inwoners wordt gehinderd door tegenstrijdige wetgeving binnen het sociaal domein. De Jeugdwet, de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) 2015 en de Participatiewet zijn niet vanuit een integrale visie en wetgeving op rijksniveau opgesteld, om op basis daarvan gezamenlijk te kunnen zorgen voor integrale dienstverlening aan burgers. De visies waarop Wmo en Jeugdwet enerzijds en Participatiewet anderzijds zijn gebaseerd, verschillen fundamenteel van elkaar. De Wmo en Jeugdwet gaan uit van maatwerk voor cliënten, de Participatiewet is gericht op uniformiteit, handhaving en rechtmatigheid.

We zeggen in Nederland het een, maar doen het andere. Waar immers tref je een overheid die de zorg voor haar inwoners decentraliseert, om haar dichter bij diezelfde inwoner te brengen en de inzet van middelen efficiënter – want ontschot – in te zetten? In Nederland ja. Maar in Nederland zijn er drie jaar na dato ook nog altijd ‘noodkreten’ van aanbieders nodig om overheden – landelijk zowel als lokaal – aan te sporen om ambitie te tonen en de budgetten voor Jeugd, WMO en Participatiewet daadwerkelijk en volledig te ontschotten.

Sinds 1 augustus 2007 geldt de volledige leerplicht tot 18 jaar voor jongeren die geen startkwalificatie hebben gehaald (een diploma op minimaal mbo-niveau 2 of minimaal havo of vwo). Dit wordt ook wel de kwalificatieplicht genoemd. Het doel is om voortijdige schooluitval te bestrijden. En wat lezen wij 11 jaar na dato? Dat er 14.417 thuiszitters zijn zonder onderwijs! Dat betekent dat er sedert de invoering van Passend Onderwijs (2015) slechts 500 thuiszitters minder zijn. En ten opzichte van tien jaar geleden is dat aantal nagenoeg gelijk: de afgelopen 10 jaar nauwelijks gewijzigd: 15.024!

In Nederland geven wij sloten vol geld uit aan de opvang van dak- en thuislozen. De opvanglocaties voor daklozen raken inmiddels overvol, net als de wachtlijsten. Reden? Er zijn geen huizen te vinden waar daklozen een nieuw bestaan kunnen opbouwen. Het wachten op begeleiding en opvang leidt inmiddels vaak tot verdere achteruitgang van daklozen. De betrokken overheden spannen zo het bekende paard achter de nog bekendere wagen.

Concurrentie en samenwerking zijn tegenstrijdige principes. Concurrentie vormt een belemmering voor de samenwerkingsgedachte. Toch vragen wij beiden tegelijkertijd van de leveranciers van zorg. Het leidt tot perverse prikkels, die de kwaliteit en doeltreffendheid van de zorg ondergraven. Met desastreuse gevolgen voor de betrokken inwoners.

De praktijk laat het ook zien: maatwerk voor burgers met meervoudige problematiek komt nauwelijks of zeer moeizaam tot stand. Het cliëntenbestand in de opvang, beschermd wonen of ggz is heel divers, cliënten hebben uiteenlopende hulp- en/of ondersteuningsvragen en het beroep dat zij doen op allerlei professionals in uiteenlopende disciplines en stelsels verschilt enorm. Het is nodig dat alle noodzakelijke hulp voor een (dakloze of ggz) cliënt, bij elkaar wordt gebracht in een samenhangend pakket. De praktijk echter leert: hoe ingewikkelder de problemen, des te minder maatwerk!

Begrijpt u dat ik tijdens mijn vakantie het gevoel kreeg ‘dat wij met zijn allen nog lang niet klaar zijn’? In dit land, met al zijn tegenstrijdigheden. Zeker, aan de andere kant van mijn hoofd zat ook een stemmetje dat mij influisterde: “Ho ho, je zit wel even goed waar je zit. Je zit niet stil, werkt hard en hebt de mensen om je heen en de plek waar je woont lief. Alles op zijn tijd! De zorg in Nederland loopt niet weg en het is nooit te laat om het roer om te gooien.“

Maar toch, het blijft onbevredigend. En dus ben ik terug en is mijn innerlijke strijdbijl begraven.  Niet dat ik het per se beter weet. Of de oplossing weet. Wel, omdat ik echt geloof in de bedoelingen. Dat het anders kan. En, dat (ook) ik het anders wil. Echter, wie van alles wil, maar de handen niet ok zelf uit de mouwen steekt, kweekt rotzooi. En dat, dat wil ik niet!

  • De auteur, Peter Paul J. Doodkorte, is als senior-adviseur verbonden aan Vondel & Nassau, een landelijk werkend adviesbureau voor sociaal domein en overheden.

 

 

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *