Oplossen volgens het gezonde verstand; het laatste waaraan experts denken

Delen:

Fusies en schaalvergroting in de jeugdzorg. Is het een zegen of een vloek? Die vraag puzzelt mij de laatste weken. De aanleiding? De sluiting van De Hoenderloo Groep. Die heeft meer kapot gemaakt dan ons allen lief is.

De Hoenderloo Groep was een instelling voor jeugdzorg en onderwijs die een tijdelijk thuis bood aan ongeveer tweehonderd jongeren met complexe (gedrags)problemen, die om diverse redenen niet meer thuis konden wonen. In 2011 vond een fusie plaats tussen Stichting Pluryn en De Hoenderloo Groep.

In december 2019 maakte koepelorganisatie Pluryn het voornemen bekend de instelling te sluiten. Zij zei zich hiertoe genoodzaakt te zien door een miljoenentekort op de begroting en het uitblijven van kwaliteitsverbetering in de zorg die De Hoenderloo Groep biedt. De aangekondigde sluiting veroorzaakte veel onrust bij onder meer ouders en vakbonden.

Datzelfde Pluryn ging eerder (1 september 2016) een bestuurlijke fusie aan – middels overname – met Intermetzo. “Omdat het in het belang is van jongeren met complexe problematiek dat de gespecialiseerde jeugdzorg in Nederland overeind blijft.”  Duiken wij nog wat verder in de geschiedenis, dan zien wij een opeenvolging van voorafgaande fusies of overnames.

In 1978 was Nederlandsch Mettray een Internaat voor Zeer Intensieve Behandeling. Vanaf 1985 werden ook meisjes opgenomen. Het werd in de jaren 90 toegevoegd aan de Dienst Justitiële Inrichtingen van Justitie. In 1998 veranderde Nederlandsch Mettray van naam na een fusie met De Marke uit Rekken. De naam werd toen gewijzigd in Rentray. Deze nieuwe orthopsychiatrische instelling voor jongeren met ernstige gedragsproblemen, verzorgde ambulante en residentiële begeleiding aan jongeren in de leeftijd van 10 tot 23 jaar. Ze zijn dan werkzaam in Eefde (oorspronkelijke locatie van Nederlandsch Mettray), Rekken en Flevoland. Sinds 1 januari 2008 was Rentray Eefde geen Justitiële Jeugdinrichting meer, maar een besloten jeugdinrichting, genaamd Jeugdzorg Plus. Financiering liep vanaf toen via het ministerie van VWS. Per 1 januari 2010 fuseerde Rentray met de Leo Stichting Groep, en kreeg de naam LSG-Rentray. In 2013 nam deze organisatie de instelling Zonnehuizen over en werd de naam van de fusieorganisatie Intermetzo. Per 1 september 2016 vond vervolgens de overname van Intermetzo door zorgorganisatie Pluryn plaats.

In de afgelopen veertig jaar is de jeugdzorgorganisatie zo steeds groter geworden. De motivatie achter de schaalvergroting was dat de kosten erdoor zouden dalen en de kwaliteit van zorg erdoor zou toenemen. In het begin traden die weliswaar op, maar inmiddels is daar geen sprake meer van: De kosten voor behandelingen nemen toe en vaak geclaimde kwaliteitsvoordelen zijn veelal niet aantoonbaar.

Het centrale doel – zorgcontinuïteit te realiseren – verdient vanuit het clientperspectief – jeugdigen en hun ouders – alle lof en waardering. Of de schaalvergroting/fusies/overnames per saldo echt hebben bijgedragen aan de duurzame borging en ontwikkeling van het zorglandschap is de vraag. Een vraag die ook naar voren komt in de ‘Evaluatie Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ)’ (januari 2020). De onderzoekers, adviesbureau Andersson Elffers Felix (AEF) concluderen daarin: “Dat was deels wenselijk, maar het heeft tegelijkertijd een remmende werking gehad op de zorgvernieuwing en op de ontwikkeling in de relaties tussen gemeenten als opdrachtgever en jeugdhulpaanbieders als opdrachtnemers.

De vraag of er een ideale schaalgrootte voor een jeugdhulporganisatie is, laat zich lastig beantwoorden, Duidelijk is wel dat boven een zekere schaal de nadelen van schaalvergroting zich nadrukkelijker laten voelen in de (te grote) span of de bedrijfsvoering met bijhorende bureaucratie.

De transformatie naar een nieuw sociaal en zorgstelsel brengt veel veranderingen en vragen met zich. We bevinden ons vijf jaar na dato eigenlijk nog in de startfase. De verantwoordelijkheid en beleidskaders voor hulp en ondersteuning aan inwoners veranderen daarbij voortdurend. De Wmo en Jeugdwet brengen zorg en welzijn samen, dichter bij de directe leefomgeving van de inwoners die hulp of ondersteuning vraagt. Dat heeft grote gevolgen voor het doen en laten van alle actoren aan het sociale domein. Tegelijkertijd zal het ook binnen de jeugdzorg in de toekomst moeilijk zijn om de neiging tot fuseren te beteugelen. Juist daarom rust er op alle actoren – financiers/gemeenten en aanbieders – een belangrijke verantwoordelijkheid: de bewijslast bij fusie- of overnameplannen. Wat betekent dat de betrokken partners moeten aantonen dat een fusie of overname maatschappelijke meerwaarde heeft en daarbij ook – zo niet met name – de belangen van de jeugdigen en hun ouders daarin meewegen.  Kostenverlaging – zo leert de geschiedenis – valt daarbij als argument allang niet meer te gebruiken. En er moet stevig gekeken worden naar de marktmacht en de onderhandelingspositie die (te) grote aanbieders kunnen krijgen. Niemand zit te wachten op conglomeraten van jeugdhulp. Dan bestaat de kans dat de nadelen van schaalvergroting – waaronder een te grote afhankelijkheid van een aanbieder – juist optreden, omdat verschillen in schaalgrootte en werkgebied en gescheiden financieringsstromen verschillende prikkels opleveren.

Door afstand te nemen van het probleem als eendimensionaal gegeven (kostenbesparing, marktmacht, continuïteit van zorg) en met gezond verstand naar het probleem te kijken vanuit multidimensionaal oogpunt, kunnen wij het gevaar van oplossingen die niets oplossen terugdringen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *