Transformatie is een proces en niet een gebeurtenis

Delen:

In zijn jongste blog (6 juli 2020) trekt Patrick van den Brink, directeur het CCV een interessante parallel tussen ouderschap en sommige wijkaanpakken. “Met de beste intenties,” zo prikkelt hij uitdagend, “nemen bestuurders en professionals de verantwoordelijkheid af van bewoners. Blijkbaar schuilt er in ieder van ons een (over)bezorgde vader of moeder die loslaten moeilijk vindt.” Een parallel die zich goed laat doortrekken naar de ontwikkelingen binnen het bredere sociale domein.

De verhoudingen tussen overheid en samenleving zijn gewijzigd. Inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven trekken steeds meer hun eigen plan. Overal worden initiatieven ontplooid om gezamenlijk maatschappelijke doelen te bereiken. De participatiesamenleving bestaat al. Gemeenten, professionals en aanbieders binnen het sociaal domein – van onderwijs tot en met intensieve zorg – ervaren dat dagelijks. Gemeenten worden niet meer alleen vanuit het gemeentehuis bestuurd.

Gemeenten proberen hun ‘ouderschap’ op lokaal niveau adequaat – niet als regelneef te sturend, maar als supporter faciliterend – in te vullen. Tegelijkertijd hebben zij te maken met een naaste familie – de landelijke overheid – die zich bij voortduring wenst te bemoeien met de wijze waarop gemeenten invulling geven aan het hen toevertrouwde takenpakket. Met bestuurders als ontwerpers die vanuit een bedacht eindbeeld zowel de route als het resultaat sturen.

Gemeenten inmiddels trachten als ‘systeemwerkers’ – samen met hun inwoners – de opgaven en uitdagingen in samenhang handen en voeten te geven. Jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning kennen aanpalende – zo niet meer de oorzaak daarvan zijnde – vraagstukken als veiligheid, werkgelegenheid en gezondheidszorg, Vraagstukken die je niet oplost met een klassieke domeinwet met een daaraan gerelateerd instrumentarium van sturing en monitoring.

Ik zie dagelijks de landelijke en lokale overheden worstelen met de vraag hoe zijn hun ‘ouderrol’ moeten, kunnen en mogen invullen. De erkenning dat de ontwikkelingen gevolgen hebben voor hun eigen rol, positie en werk is er. De vraag echter hoe zij met de nieuwe verhoudingen en omstandigheden kunnen of moeten omgaan is lastig te beantwoorden. En zelfs daar waar er een passend antwoord lijkt gevonden, blijkt de reflex van sturing en beheersing weerbarstig. Met in steeds grotere aantallen gemeenten die betutteld voelen en niet serieus genomen.

In mijn blog van 11 mei 2013 (Alsof het je eigen portemonnee is) schreef ik al over “een overheid die vertrouwen in eigen kracht predikt, maar in wantrouwen handelt. Want wij maken gemeenten en hun inwoners overal verantwoordelijk voor, maar het juiste sturingsmiddel daarvoor houden wij toch het liefst in eigen hand. Het is alsof je bij het krijgen van rijles van je instructeur te horen krijgt dat je eerst maar eens op de bijrijdersstoel moet gaan zitten. Totdat je zelf rijden kunt. En leer dan maar eens autorijden.”

De landelijke overheid stuurt op de gemiddelde in plaats van de doorsnee gemeente. Het begrip ‘gemiddelde’ is echter selectief. Elke gemeente die niet gemiddeld is, valt er namelijk buiten. Een doorsnee, daarentegen, loopt van uiterste tot uiterste, en neemt iedere gemeente mee – óók de gemeente die niet ‘gemiddeld’ is.

De doorsnee- en niet de gemiddeld gemeente is de gesprekspartner van de landelijke overheid. En dat weten vraagt om daarop afgestemd ouderschapsgedrag. Om dat te bereiken moet de overheid zich ontwikkelen van een ‘besluitvormingsmachine’ naar een procesorganisator.

Niet alleen de uitkomst is belangrijk, maar ook het proces dat daartoe leidt. Het vraagt om ‘van buiten naar binnen’ werken, door erachter te komen wat er in de samenleving wordt verwacht en wat daarvoor aan faciliteiten nodig is. Draag niet te snel oplossingen aan. Wees nieuwsgierig: wat is hier nu eigenlijk het probleem, wie zijn erbij betrokken? Maak betrokkenen ook medeverantwoordelijk voor het vaststellen van het probleem en het passende antwoord. Dat vergroot de kans dat zij het helpen oplossen.

Houd rekening met verschillen Het ene kind is het andere niet. En dat geldt ook voor de doorsnee gemeente. Gemeenten verschillen in context, toerusting en (zelf)vertrouwen. Sommigen komen vanzelf in beweging voor zaken die zij belangrijk vinden; anderen moeten geholpen worden. Wees je bewust van de verschillen en speel erop in als je ze benadert.  Een ware overheid is als een ware ouder: hij legt een besluit niet op, maar zorgt ervoor dat de kinderen het zichzelf opleggen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *